Een monumentaal verleden, of een monumentale geschiedenis?

In het negentiende-eeuwse Europese denken werd het verleden voorgesteld volgens een herkenbaar schema. In het begin, zo luidde het verhaal, was de mens vrij en gelijk – een toestand die werd gekoppeld aan het antieke Griekenland en Rome. Daarna volgde een lange, duistere periode van onvrijheid en onderdrukking. Die breuk tussen een ideale (of beter: geïdealiseerde) oudheid en een onderdrukking creëerde de noodzaak tot strijd – een strijd om opnieuw vrij te worden.1 

Het monument Schelde Vrij brengt die drie stappen samen om het verhaal van de Schelde te vertellen, maar draagt tegelijk de liberale en antiklerikale visie van het stadsbestuur uit – subtiel verpakt, maar in die tijd wél herkend en bekritiseerd door de katholieke pers:

“Van onder aan het basement af tot boven aan dien palingstikker toe, is het gedenkteeken eene kunst- en een historische leugen!”2

Laat ons dit stenen geheel eens van dichterbij bekijken. Wat vertelt het ons over de Antwerpse identiteit – en over hoe het liberale stadsbestuur het verleden via het monument naar zijn hand zette om die identiteit mee vorm te geven?

 

  1. B. Deseure, "Het Scheldeverhaal als politiek instrument tijdens de Franse periode", 538

  2. Het Handelsblad, 18 augustus 1883. In: SAA, 4153#533

De oorspronkelijke vrijheid

De bovenste beeldengroep op het monument toont drie vaste personages uit het verhaal van de Schelde: de rivier zelf (Neptunus), de handel (Mercurius) en de stad (stedenmaagd Antverpia).3 Antverpia aanschouwt bewonderend de zeemacht van de triomferende Neptunus, vergezeld door handelsgod Mercurius, die water laat stromen uit een kruik – symbool voor de overvloedige welvaart via de Schelde. De boodschap is duidelijk: een open Schelde betekent vrije toegang tot de zee, en leidt onvermijdelijk tot rijkdom.

Dat de personages op het monument antieke goden zijn, betekent niet dat de verbeelde tijd zich ook in de Oudheid afspeelt. De verwijzing naar klassieke beschavingen – in Antwerpen vooral de Romeinen – fungeert eerder als symbool voor een ‘Gouden Tijd’.

  1. A. Balis, "De stroom en de zee".

De onderdrukking

Wie goed kijkt, ziet hoe de Neptunusfiguur bovenaan het monument een stuk perkament vertrappelt. Dat stuk stelt het Verdrag van Münster voor – zo bevestigde Winders zelf: “L’Escaut foule aux pieds le traité de Münster.”4

Dit verdrag markeerde het begin van de langste ononderbroken sluiting van de Schelde in haar geschiedenis tot haar heropening in 1795 – reden genoeg waarom het verdrag in Antwerpen zo gehaat werd.

"14. De Riviere de Schelde, als meede de Canalen van het Sas, Swyn, en andere Zeegaten daar op respondeerende, sullen van de zyde van de Heeren Staaten geslooten worden gehouden."

  1. SAA, 697#1397

Ook Marnix van Sint-Aldegonde, protestantse burgemeester van Antwerpen tijdens het beruchte beleg van 1585, kreeg een plaats op het monument.
Voor liberalen was hij een held: een vrijheidsdenker die zich verzette tegen de katholiek-Spaanse onderdrukking. Voor katholieken daarentegen was hij de protestantse burgemeester die de stad en de Schelde overgaf. Niet toevallig dus schreef het katholiek georiënteerde Handelsblad, smalend over het “Marnix Gedenkteeken” in zijn bespreking van het monument Schelde Vrij.

  1. E. Van Hooydonk, Strijd om de stroom, 103.

De bevrijding

De bevrijding van de Schelde wordt op verschillende manieren verbeeld op het monument. Bovenaan vertrappelt Neptunus het gehate Verdrag van Münster. Onderaan op de sokkel, breken – met wat verbeelding – kettingen open en spuwt een zeemonster water uit zijn bek: een visueel spektakel van bevrijde stroming en herwonnen toegang tot de zee.
Ook het officiële bevrijdingsmoment krijgt een plek: de Griekse muze van de Geschiedenis, Clio, schrijft op de schacht: 1863 / Schelde Vrij” – en schrijft zo zelf geschiedenis.6 

  1. A. Van Ruyssevelt, Stadsbeelden Antwerpen, 98-99.

Die herwonnen vrijheid kwam er dankzij het diplomatieke werk van twee sleutelfiguren: Baron Auguste Lambermont, directeur van de buitenlandse handel binnen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en Charles Rogier, toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken.7 Als erkenning werden zij vereeuwigd op het monument, met portretbustes op de zijkanten.

  1. K. Vannieuwenhuyze, Aangedaan van Statuomanie, 140.

Geschiedenis geschreven?

Met dit monument gaf het liberale stadsbestuur van De Wael niet alleen vorm aan savonnière en vendressesteen, maar ook aan een visie op het verleden – en daarmee aan het collectieve geheugen. Door het verhaal van de Schelde te koppelen aan nationale vrijheid, economische bloei én een ‘antiklerikale’ held, wilde het stadsbestuur de Antwerpenaar ‘subtiel’ vervreemden van de katholieke herinnering. Dat blijkt uit het niet zo subtiele pleidooi van Jan Nauts, schepen van Schone Kunsten, tijdens een gemeenteraadszitting:

“C’est cette époque à jamais détestable que nous voulons effacer de notre histoire, en élevant un monument qui dira à la postérité que l’étranger a lâchement vendu la liberté de notre fleuve en 1648, et que les Belges de 1863 ont su la reconquérir."8 

Geschiedschrijving krijgt hiermee een opzettelijkheid. Maar in welke mate zou dit stadsbestuur in haar opzet succesvol blijken?

  1. Gemeenteblad 1872/2, 246.

Een monumentaal verleden, of een monumentale geschiedenis?