Inleiding

"DE TOL! donderde het over de Scald. … En de kloeke rechterhand dreef in de Schelde."1 

Schippers die weigerden tol te betalen aan de Scheldeburcht, verloren hun hand aan de reus Druon Antigoon. Het was Silvius Brabo, Romeins officier en neef van Julius Caesar, die moedig genoeg was om deze reus te verslaan. Brabo hakte Antigoons hand af en slingerde die in de rivier: de stad Handwerpen was geboren.2 

Zelfs in dit mythische ontstaansverhaal – niet toevallig gesitueerd in de Romeinse periode – staat de Scheldevaart centraal. Het vertelt ons twee dingen: dat Antwerpen vanaf haar prille begin afhankelijk is van de vrije doorvaart op de Schelde, en dat die toegang nooit vanzelfsprekend was. Antwerpen lijkt van meet af aan gedoemd tot een terugkerend patroon van sluiting en opening – een patroon dat cultureel en politiek zou nazinderen tot in de negentiende eeuw…

  1. A. Hans, De Schelde Vrij!, 10-11

  2. E. Van Hooydonk, Strijd om de stroom, 33. En A. Hans, De Schelde Vrij.

"L’Escaut se relève du joug qu’il a subi: dans une attitude triomphante, il lève son trident."3

Aldus geboren Antwerpenaar Jean-Jacques Winders, ontwerper van het monument Schelde Vrij, in 1872 – elf jaar vóór de uiteindelijke realisatie.
Wie vandaag door de Zuidwijk wandelt, kan er niet naast kijken. Op de Marnixplaats – het kruispunt van maar liefst acht straten – torent het monument boven het verkeer en het stadsgewoel uit, met de triomferende Scaldis, de blik trots over Antwerpen gericht.
Toch staat de gemiddelde Antwerpenaar vandaag zelden stil bij de betekenis van het monument – en nóg minder bij de ‘geschiedmaking’ die erachter schuilt.
Over welk ‘juk’ (joug) had Winders het in zijn beschrijving? Waarvan precies werd de Schelde bevrijd?

Meteen vanaf zijn aantreden als burgemeester in 1872 liet Antwerps liberaal Leopold De Wael weinig twijfel bestaan over het karakter dat zijn bestuursperiode zou aannemen. Deze klaarblijkelijke antiklerikale burgemeester voerde niet alleen een confrontatiegerichte politiek, maar ook een culturele strijd.

  1. SAA, 697#1397

Spoelen we even door naar 1913, en de stad Antwerpen viert het gouden jubileum van de ‘Vrijmaking der Schelde’ met een groots opgezette historische stoet. Opvallend: dit keer komt het initiatief niet van het stadsbestuur, maar van de Antwerpse Kamer van Koophandel – ook wel “Handelskamer” (Chambre de Commerce). Deze organisatie vertegenwoordigt en verdedigt de Antwerpse handelsbelangen. Ze volgt de economische context op de voet, adviseert en dient beleidsvoorstellen in die bedoeld zijn om het ondernemerschap in de stad te versterken. Kortom: de Kamer van Koophandel denkt en spreekt namens de Antwerpse commerce.4 

  1. A. Peeters, De Antwerpse Kamer van Koophandel.