Wereldexpo’s van Antwerpen (1885 & 1894)
Op de eerste wereldtentoonstelling van 1885 had Leopold zijn Congo-project nog veel te bewijzen. Zijn overzeese avontuur was namelijk een soloavontuur: de Belgische regering was nog vrij sceptisch over de economische voordelen van een kolonie.1 Ze zagen het als een te groot risico voor België en dus moest Leopold in de eerste jaren veel investeringen doen uit zijn eigen portemonnee.2 Maar het geld groeide niet op Leopold zijn rug en hij moest dus nog andere geldbronnen zoeken. Hij begon Belgische bedrijven aan te moedigen om in zijn Congolese project te investeren.3 En hoe beter investeerders aantrekken dan Congolese producten tentoon te stellen op één van de meest prestigieuze evenementen ter wereld (toen toch): de wereldtentoonstelling! Door te laten zien welke producten er van Congo verhandeld konden worden, konden kapitalisten geïnspireerd worden om te investeren in de kolonie. De handelswaren die tentoongesteld werden, waren zowel producten die naar Congo gestuurd werden als producten die geïmporteerd werden, zoals ivoor.4 Op de daaropvolgende evenementen lag de focus steeds meer op exotische producten, dus de import. Hierbij komt dan de eerste motivering voor het imperiaal project aan bod: Congo kan de Belgische economie doen groeien.5 Met die opbrengst wilde hij de sociale spanningen wegwerken in België om een nationaal volk te vormen. Deze drang naar een verenigd volk dat zich niet bezighield met conflict, zoals hij had ervaren in de gepolariseerde politiek van liberaal vs. katholiek, lag aan de basis van zijn ideologie.6
-
Luc Vints, Kongo made in Belgium: beeld van een kolonie in film en propaganda, Leuven: Kritak, 1984, 14.↩
-
Johan Op de Beeck, Leopold II : het hele verhaal, Antwerpen: Horizon, 2020, 321.↩
-
Guy Vanthemsche, "Belgium and the Congo, 1885-1980", 2012, 37.↩
-
Maarten COUTTENIER, Het museum van Tervuren (1882-1925), 93.↩
-
Idesbald GODDEERIS, Amandine LAURO, Guy VANTHEMSCHE e.a., Colonial Congo : a history in questions, Turnhout: Brepols, 2024, 28.↩
-
Vincent Viaene, "King Leopold's Imperialism", 755-757.↩
Het tentoonstellen en verheerlijken van nieuwe technologieën en exotische producten lag aan de basis van de wereldtentoonstellingen. De burgerlijke trots van een land concentreerde zich zo op één plek, wat nationale en stedelijke eenheid bevorderde. Het versterken van het nationale sentiment in wereldtentoonstellingen in het algemeen was een belangrijk doel, zeker in België.7 De redevoeringen in de wereldtentoonstelling door prominenten van Antwerpen beklemtoonden ook deze nationale fierheid.8 Dat Congo ook behoort tot deze nationale verheerlijking was echter eerder beperkt of niet naar verwezen in de tentoonstelling. In het affiche links wordt dit duidelijk gesymboliseerd: de Congolezen staan eerder verstopt tussen de mensen. Op de volgende wereldtentoonstelling in Antwerpen (1894) werd er wel duidelijk verwezen naar de kolonie als iets waarop Antwerpen trots moest zijn. De redevoeringen van prominenten tijdens het bezoek van de koning aan de wereldtentoonstelling verwezen veel meer naar Congo, met name de koloniale markt.9 Dit kwam omdat rond die periode de rubberhandel van Congo enorm begon te groeien. Ondanks deze belangrijke handel voor de rendabiliteit van de kolonie, lag de focus op de wereldtentoonstelling op het ivoor dat uit Congo kwam.10 Waarschijnlijk omdat ivoor esthetischer werd geacht. De Congo- Vrijstaat gaf dan ook ivoor aan Belgische kunstenaars voor er kunstwerken mee te maken die dan tentoongesteld werden om zowel de Congo kunst te tonen als de natuurlijke rijkdommen.11
-
H. B. COOLS, Mandy NAUWELAERTS, Paul GREENHALGH e.a., De panoramische droom : Antwerpen en de wereldtentoonstellingen 1885, 1894, 1930 = The panoramic dream : Antwerp and the world exhibitions 1885, 1894, 1930, Antwerpen: Antwerpen 93, 1993, 28.↩
-
Jonathan Lemmens, Leopold II op bezoek in Antwerpen, 12.↩
-
Ibidem, 23.↩
-
Maarten Couttenier, Het museum van Tervuren (1882-1925), 131.↩
-
Matthew G. STANARD, "Competing Visions
The Visual Culture of the Congo Free State and Fin de Siècle Europe", Historical Reflections / Réflexions Historiques, 46/3, 2020, 101-121, 105.
↩
De fierheid op de koloniale markt (en daarbij Congo) was echter Antwerps van aard in plaats van Belgisch op de wereldtentoonstelling van 1894. Voor Leopold II was de Antwerpse haven namelijk instrumenteel voor de koloniale markt; hij wilde er een wereldhaven maken.12 Deze focus op Antwerps patriottisme in de tentoonstelling is zeer duidelijk als we de affiches van de wereldtentoonstelling van 1885 en 1894 met elkaar vergelijken. Op het affiche van 1885 is er eerder een focus op Belgische fierheid die wordt gesymboliseerd door hevig gebruik van de Belgische driekleur. Terwijl er op het tweede fiche geen Belgische driekleur te bespeuren valt, maar wel het Antwerpse schild. Je zou kunnen zeggen dat deze focus op Antwerps patriottisme in plaats van Belgisch patriottisme inging tegen Leopolds visie. Er werd namelijk meer regionalisme gepromoot dan nationalisme, wat voor Leopold nodig was om een verenigd volk te krijgen. De koning had echter een hierboven vermelde voorliefde voor de stad zijn haven. Leopold II had bovendien nauwe banden met Antwerpse zakenlui voor zijn Congo-project.13 Dit konden twee mogelijke redenen zijn waarom Leopold II niet te veel weerstand bood tegen de Antwerpse patriottisme. Hoewel de vorst misschien weinig kwaad zag in een meer Antwerps getinte verheerlijking van de kolonie, kon het wel een obstakel vormen voor zijn project van nationale vereniging. Antwerpen zou dan eerder verenigd worden in plaats van België als een geheel.
Op de wereldtentoonstelling van 1894 zien we ook de beschavingsdrang van de kolonie gesymboliseerd. Leopold II geloofde dat om een imperiaal volk te maken, het een ander volk nodig had om te domineren en te verlichten.14 Voor hem was beschaven eerder functioneel gericht om een verenigd volk te verkrijgen dan echt een humanitair sentiment om de levens te verbeteren van de Congolezen. Ondanks Leopold zijn motivaties kwam het beeld van beschaving met humanitair sentiment naar boven in publieke exhibities. Op de wereldtentoonstelling stonden er foto’s van scholen, ziekenhuizen en katholieke missies om politieke en morele vorderingen te tonen (zie voorbeeldfoto links).15 Dit kwam pas in de tentoonstelling van 1894 voor en niet die van 1885 vanwege een aangroeiende stroom van antikoloniaal protest tegen kolonisering van Congo. Antikoloniaal verzet was echter vaak niet uit sympathie voor de Congolezen; het was juist racistisch getint want ze geloofden dat de Congolezen niet beschaafd konden worden.16 Hoe dan ook kon dit protest een bedreiging worden voor Leopold II zijn aanspraak op Congo. De internationale gemeenschap en de katholieke kerk steunden namelijk de kolonisering van Congo onder zijn toezicht met de voorwaarde dat Leopold II beschaving en het christendom bracht.17 Als het dan toch bleek dat de Congolezen niet beschaafd werden, kon hij zijn recht verliezen om de kolonie te beheren. Daarom dat Albert Thys, kolonisator en bondgenoot van Leopold, in zijn toespraak op de tentoonstelling extra benadrukt dat de Congolezen wel beschaafd konden worden: “Samengevat kunnen we zeggen dat de zwarten zich bijzonder soepel hebben betoond in het navolgen van het Europese initiatief”18. Niet alleen het humanitaire protest bracht de beschavingsmissie in de wereldtentoonstelling van 1894 in plaats van 1885. De opkomst van fotografie in die tijd gaf ook de mogelijkheid om beschavingspropaganda beter te vertonen. In 1888 werd de Kodak camera uitgevonden die gemakkelijk en goedkoop meegebracht kon worden naar de kolonie om foto’s te nemen. Met het gebruik van beelden gingen pro-kolonialisten trachten een emotionele binding te vormen tussen de Congolezen en de toeschouwer. Zo werden de katholieke beschavingsmissies meer gepromoot.19
-
Vincent VIAENE, "King Leopold's Imperialism", 757.↩
-
Maarten Couttenier, Het museum van Tervuren (1882-1925), 132.↩
-
Ruddy Doom, "De wereldtentoonstellingen en de koloniale propaganda", in: De panoramische droom : Antwerpen en de wereldtentoonstellingen 1885, 1894, 1930 = The panoramic dream : Antwerp and the world exhibitions 1885, 1894, 1930, Antwerpen: Antwerpen 93, 1993, 195-203, 201.↩
-
Vincent Viaene, David Van Reybrouck en Bambi Ceuppens, "België in Congo, Congo in België: Weerslag van de missionering op de religieuze instituten", in: Vincent Viaene, David Van Reybrouck en Bambi Ceuppens (red.), Congo in België : koloniale cultuur in de metropool, Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2009, 147-167, 150.↩
-
Ruddy Doom, "De panoramische droom", 201-202.↩
-
Matthew G. Stanard, "The Visual Culture of the Congo Free State", 108-110.↩
Hiermee zijn de drie kernmotivaties aan bod gekomen achter Leopolds kolonisatie van Congo: Belgische economie bevorderen, beschavingsdrang en nationale vereniging. Het laatste begon echter wat onder druk te staan bij de wereldtentoonstelling van 1894. Niet alleen omdat er een grotere verbinding werd gevormd tussen Antwerpen en Congo in plaats van België en Congo. Maar ook omdat de promotie van de mogelijkheid om Congolezen te civiliseren er niet echt voor zorgde dat een binding werd gecreëerd tussen de Belgen en de Congolezen. Op zowel de wereldtentoonstellingen van 1894 als die van 1885 werden er zelfgemaakte Congolese dorpen tentoongesteld. Congolezen moesten hun dagelijkse leven opvoeren, als ware het een menselijke zoo.20 Hoewel deze dorpen de exotische curiositeit van de toeschouwers prikkelden - ze waren telkens de populairste afdeling21 - droegen ze weinig bij aan een band tussen Belg en Congolees te creëren. Het hielp ook niet dat de foto’s van de Congolezen hen afbeeldden als primitieven op foto’s (zie foto links). Voor Belgen voelde Congo reeds als een verre wereld, mede door de beperkte toegang tot reizen van Congolezen naar België. Tot 1897 was er een heel beperkte poging om Congolezen te onderwijzen in België, maar dat stopte al snel en dus werden ze niet echt gezien als Belgisch.22 De wereldtentoonstellingen versterkten alleen maar deze afstand van de Belg tot de Congolees. Dit werkte contraproductief voor Leopolds project om België te verenigen onder een Belgisch Congo. De annexatiedebatten van de jaren 1894-5 gingen de afstand tussen België en Congo echter terug verkleinen, wat duidelijk gesymboliseerd werd bij de feesten van de Kamer van Koophandel in 1898 in Antwerpen, specifiek in de redevoering van Charles Corty.