Skip to main content

Koloniale Feesten 1909

Op 15 november 1908 werd de Belgische annexatie van Congo officieel goedgekeurd door het Belgisch parlement. De meeste pro-kolonialen verdedigden de annexatie van Congo met dezelfde retoriek dat Leopold II gebruikte om zijn heerschappij te legitimeren tegenover de internationale gemeenschap; namelijk hun plicht om de Congolezen ‘moreel en materieel te ontwikkelen’, maar met nu een groter ‘respect voor inheemse gebruiken’. De nadruk bleef op beschaving liggen, maar nu met afwijzing van geweld.1 Zo konden ze zich distantiëren van Leopold II, terwijl ze vasthielden aan hun pro-annexatiestandpunt. Één van de weinige instellingen die geen poging deed om zich te verwijderen van Leopold II tijdens deze periode was de Kamer van Koophandel. Zelf tijdens de begrafenis, toen velen zijn dood vierden, betreurde de Kamer van Koophandel Leopold II.2 

  1. Ibidem, 57-59.

  2. Lode Hancké, Antwerpen boven!, Boek IV pagina's 42 en 62.

Hun trouw blijkt uit een brief die werd gestuurd naar de “Cercles d’Etudes Coloniales”, een maatschappij dat de behoud van overzeese kolonies promootte. Al een maand na de Belgische overname had de Kamer van Koophandel een nationale manifestatie gepland om deze annexatie te vieren. Ze zeggen hier in deze brief dat de feesten dienden om de genialiteit van de koning te vieren: “La Chambre de Commerce d’Anvers […] a décidé de prendre l'initiative d'une manifestation nationale destinée à fêter la reprise du Congo et à glorifier l'initiative géniale du Roi et la vaillance et l'esprit de sacrifice des collaborateurs de la grandiose entreprise africaine.”. Aan het einde van het citaat onderlijnen ze echter ook dat ze de opoffering van de collaborateurs voor de Afrikaanse onderneming gingen vieren, in plaats van alleen Leopolds opoffering zoals in de feesten van 1898 onderlijnd werd. Voor hen dienden de feesten ook om de Belgen te unificeren onder eenzelfde patriottische trots, namelijk de kolonie: “Nous serions heureux de voir tous les membres de la grande famille commerciale, industrielle et coloniale belge, unis dans un même sentiment de fierté patriotique,” Het nationale verenigingsdoel van Leopold II via de kolonisatie van Congo wordt hier helemaal voortgezet.

Er is echter wel een nadruk op de hogere klassen die geünificeerd worden: “la grande famille commerciale, industrielle et coloniale belge”. De aandacht naar hogere klassen in plaats van de lagere klassen zien we ook in het taalgebruik van de redevoeringen op de koloniale feesten, de toesprakan waren namelijk in het Frans, de taal van de hogere klassen. Dit was heel erg onpopulair bij de Antwerpenaren, wat aangetoond wordt in het incident tijdens de koloniale feesten waarbij een bevelhebber in het Frans beveelde en er dan een toeschouwer voorbij komt die schreeuwt “beveel in’t Vlaams”. Dit werd uitvoerig besproken in de kranten, wat duidt op de onpopulariteit van het gebruik van Frans.3 Het Franstalige karakter geeft een voorkeur aan voor de Antwerpse bourgeoisie. De voorkeur van hogere klassen was ook een kenmerk van de vorst: hij weigerde om met socialisten te werken doorheen zijn hele regeerperiode en zag hen als een gevaar voor het nationale beleid.4 Dit had mede tot gevolg dat Leopold II er op het einde van zijn regeerperiode niet in slaagde om een imperiaal volk te kweken, wel een imperiale elite.5  

  1. Lode Hancké, Antwerpen boven!, Boek IV 16.

  2. Vincent Viaene, "King Leopold's Imperialism", 755.

  3. Vincent Viaene, "Reprise-remise: De Congolese identiteitscrisis van België rond 1908", in: Vincent Viaene, David Van Reybrouck en Bambi Ceuppens (red.), Congo in België : koloniale cultuur in de metropool, Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2009, 43-63, 60.

In de redevoering van Corty tijdens het bezoek van de koning op de koloniale feesten wordt er echter gesproken over de “Belgen” in het algemeen die zich verenigen voor het feest: “alle Belgen zich zullen aanéensluiten om hulde te brengen aan het grootsche werk der regeering van Leopold II en aan al zijne moedige medewerkers.” Hier zien we ook de continuïteit van de nationale feesten, waarbij ook België in het algemeen, niet alleen Leopold II, geholpen heeft door de “regeering” ook te bedanken. In een samenvatting van de feesten in het archief van de Kamer van Koophandel was er ook nog steeds een poging om de hele Belgische bevolking erbij te betrekken. Er staat hier links op de afbeelding bij 3° dat er gratis lezingen en publicaties waren om de bevolking te onderwijzen voor het Congolees project. Ondanks Leopold II zijn voorkeur voor de hogere klassen was er toch ook een poging om de lagere klassen bij het Congolees project te betrekken. Maar na een hele periode van publieke tentoonstellingen die duidelijk eerder bedoeld waren voor de hogere klassen, was het een beetje te laat om nu nog de volle steun van de lagere klassen te krijgen. Desondanks kan het aanspreken van de hele Belgische bevolking voor Congo als een breuk worden gezien met Leopold II. Ook al zei Leopold II dat hij een imperiaal volk wilde maken, het lijkt erop dat hij hiermee de elite bedoelde. Nu er eindelijk poging werd gedaan om te richten naar de hele bevolking voor het nationaal verenigingsproject, breekt het met Leopolds focus op het creëren van alleen een nationale imperiale elite.

Wat een continuïteit bleef op de feesten, was de noodzaak om Congo zijn rendabiliteit te bewijzen. Corty vermeldt in zijn redevoering: “Deze cijfers [import en export] toonen genoegzaam aan dat België het grootste belang heeft Congo in te lijven.” Links is een afbeelding van de plannen van de stoet waarbij de wagens staan opgeschreven. Er staan hier wagens van importproducten bij zoals het wel befaamde ivoor.

Koloniale Feesten 1909