Congo voor economische voorruitgang
Leopold II die als koning regeerde van (1865-1909) was een zeer controversieel figuur, zelfs in zijn eigen tijd. Hij was een heel actieve koning die vaak de politiek beïnvloedde om steun te vergaren voor Congo. Zo steunde hij in 1884 tijdens de schoolstrijd een liberale schoolwet om van de liberalen in de regering goedkeuring te krijgen voor de overname van Congo. Dit was noodzakelijk omdat dezelfde liberalen tegen enige overzeese kolonies waren die volgens hen alleen de vrijhandel zouden beperken. De katholieken waren daarentegen meer open voor het idee: ze zagen Congo als een opportuniteit om het christendom te verspreiden. Gecombineerd met het feit dat katholieken traditioneel gezien pro-monarchie zijn, zouden ze een sterke basis van steun vormen. Zeker na 1884 toen ze de regering overnamen en regeerden tot 1916.
Beiden partijen gaven een ja-akkoord in 1885 om Leopold II, niet België, autoriteit te geven om Congo te besturen. Binnen de partijen zelf was er enig scepticisme of Congo wel enigszins economisch rendabel kon zijn. Deze twijfel over de economische potentieel zouden de critici van Congo (ook wel de congophobes genoemd) vaak gebruiken tegen Leopold zijn overzees avontuur. Zeker wanneer Leopold aan de Belgische staat enkele leningen in 1887, 1889 en 1891 vraagt om meer te kunnen investeren in Congo. Voor Leopold was Congo namelijk zeer duur en de kolonie zou pas in 1895 profijt maken. Om toch de economische steun te krijgen, ging hij met enkele collaborateurs propaganda verspreiden die het economisch potentieel onderlijnde. Dit was vooral duidelijk in de twee wereldexpo’s van Antwerpen in 1885 en 1894. Ze stelde in beiden tentoonstelling producten voor die van Congo kwamen. Er was hierbij grote nadruk op ivoor en rubber.
In de stoet zou dit ivoor terugkomen op de wagen die links staat voorgesteld (later toevoegen). Op dat punt in 1909 was Congo al economisch rendabel geworden, maar de socialisten zagen het toch nog steeds als een put waar het geld van de arbeiders werd gestoken. Door dit tentoonstellen kon er zoals Leopold deed in de late 19de eeuw, meer economische investeringen aangemoedigd worden en de bevolking overtuigd worden van het economische prospect. Zo is er al continuïteit met Leopold zijn propaganda voor het economische aspect. Deze tentoonstelling kan ook als een statement gezien worden tegen de internationale gemeenschap die vond dat België niet in staat was om Congo bij te houden vanwege een gebrek aan materiële middelen. Hierbij was er een angst dat koloniale grootmachten Congo gingen overnemen. Dit stelt dan de vraag: Als de internationale gemeenschap België niet fit zag om Congo te beheren, hoe kreeg België deze dan in handen?