Feesten van de Kamer van Koophandel 1898
Ter gelegenheid van de voltooiing van de spoorweg in Congo waren er feesten in Antwerpen in 1898 die dienden als hommage voor Leopold zijn werk in de kolonie.1 De feesten werden georganiseerd door de Antwerpse Kamer van Koophandel, een adviesorgaan voor de economische situatie van de haven en de provincie.2 Leopold kwam hier, net zoals bij de wereldtentoonstellingen, op bezoek waarbij de voorzitter van de Kamer van Koophandel, Charles Corty, de gelegenheid inzag om het enthousiasme van de kamer voor de feesten te onderlijnen: “De belgische handels- en zeevaartmetropool had zich reeds den 28° meert 1895 plechtig gunstig verklaard aan de onmiddellijke overname van Congo door België; vandaag is er geen nijverheids- of handelscentrum meer in België, dat zich niet met den geestdrift, die een der gedenk weerdigste feiten uit de geschiedenis der menscheid rechtveerdigt, bij onze betooging [= feesten] aansluit.”3 Het is interessant dat Corty de noodzaak voelde om te verwijzen naar de overnamedebatten van 1895. Hij vertelt hoe de “belgische handels-en zevaartmetropool”, waarmee ik geloof dat ze naar zichzelf verwijzen, eerst voorstander was van de annexatie en dan niet meer. Het lijkt alsof hij zich voor de kamer wilde verontschuldigen voor steun te betuigen in 1895 aan de Belgische annexatie van Congo. De debatten rond deze annexatie ontstonden omdat Leopold een belofte had gebroken, waardoor de Belgische regering het recht kreeg om Congo te annexeren. Het Belgische parlement overwoog de annexatie omdat het schrik had dat als Congo langer in Leopolds handen bleef, de kolonie in elkaar zou storten en dat zij het zouden moeten redden.4 Ook koloniale milieus waren voor de annexatie omdat ze vonden dat ze te veel van hun inkomsten moesten geven aan Leopold.5 Dit sentiment werd ook gedeeld in de Antwerpse Kamer van Koophandel.6 Uiteindelijk lukte het Leopold toch om de kolonie te bewaren. Omdat annexatie inging tegen Leopolds wil, wilde Corty zich vermoedelijk verontschuldigen. In dit deel van het citaat verontschuldigt hij zich: “vandaag is er geen nijverheids- of handelscentrum meer in België dat zich niet met den geestdrift, […] bij onze betooging aansluit.” Charles Corty was daarbovenop een loyalist van Leopold II en zou in 1898 verantwoordelijk zijn voor het herstellen van het royalisme in de Kamer van Koophandel en in de Antwerpse gemeenteraad.7
-
Lode Hancké, Antwerpen boven!, Boek IV 13.↩
-
Greta Devos en Ilja Van Damme, In de ban van Mercurius : twee eeuwen Kamer van Koophandel en Nijverheid van Antwerpen-Waasland, 1802-2002, Tielt: Lannoo, 2002, 102.↩
-
"Vaderlandsche feesten", Het Handelsblad, 16 oktober 1898, 1.↩
-
Guy Vanthemsche, "Belgium and the Congo, 1885-1980", 38.↩
-
Luc Vints, Kongo made in Belgium: beeld van een kolonie in film en propaganda, 26.↩
-
Zana Aziza Etambala, "Antwerpen en de kolonie: van 1885 tot ca. 1920", in: De panoramische droom : Antwerpen en de wereldtentoonstellingen 1885, 1894, 1930 = The panoramic dream : Antwerp and the world exhibitions 1885, 1894, 1930, Antwerpen: Antwerpen 93, 1993, 173-185, 179.↩
-
Lode Hancké, Antwerpen boven!, Boek III 266.↩
Dat Corty überhaupt verwijst naar deze annexatiedebatten zegt veel over hoe de gesprekken nog lang zijn blijven doorleven in de gedachtes van mensen. Het was de eerste keer dat de mogelijkheid van een echte Belgische heerschappij in de gedachte van zowel politiekers als gewone burgers kwam. Dit kan hebben bijgedragen aan een verschuiving van Antwerpse naar Belgische trots over de kolonie. In Corty’s redevoering verwijst hij nadrukkelijk naar de bijdrage van de koloniale handel voor de Belgische handel, niet de Antwerpse: “Bezield door eenen onwrikbaren wil, vast besloten, voor geene enkele opoffering of moeilijkheid terug te wijken, heeft Uwe Majesteit gewild dat deze vertierweg aan den belgischen handel en nijverheid geopend werd.”8 Deze benadrukking kon vooral tijdens deze feesten belangrijk zijn geweest, aangezien de feesten meer toegankelijk waren voor mensen die niet behoorden tot de hogere klassen. Hoewel de wereldtentoonstellingen populair waren, hadden de mensen van de hogere klassen alleen de mogelijkheid om deze te bezoeken.9 Hierdoor konden alleen zij de aanwezige propaganda innemen over Congo als nationaal verenigend project. Hoewel de lagere klassen al zeker blootgesteld waren aan koloniale propaganda, zeker met de verspreiding van propaganda door pro-kolonialen tijdens de overnamedebatten van 189510 , was dit het eerste grootschalige evenement rond Congo in Antwerpen waar zij ook aanwezig konden zijn. Maar we zien dat er, zeker in deze periode, weinig enthousiasme was onder de lagere klassen voor de kolonie. In Leopolds uitnodiging voor de feesten werd hij zelfs gewaarschuwd dat “er weinig geestdrift in de lagere klassen bestaat”.11 De socialisten waren vrij overtuigend in hun geloof dat overzeese kolonies nutteloos waren voor de levensverbetering van de arbeiders.12 Het is mogelijk dat Corty ook niet eens probeerde om de arbeiders aan te spreken; zijn redevoering was namelijk in het Frans (de vermelde citaten komen van een Nederlandse vertaling van de redevoering in het Handelsblad).13 In het archief van de Kamer van Koophandel was er een boekje met de redevoering van Charles Corty erop genoteerd (zie hieronder). Het is mogelijk dat deze boekjes tijdens de feesten werden uitgedeeld aan de toeschouwers of verkocht werden. De toespraak bleef in het Frans, wellicht gericht op de hogere Franssprekende klassen. Die konden dan beïnvloed worden door de retoriek over de trots op de Belgische handel.
-
"Vaderlandsche feesten".↩
-
Mandy Nauwelaerts, "De droom van de metropool. Antwerpen en de wereldtentoonstellingen", in: De panoramische droom : Antwerpen en de wereldtentoonstellingen 1885, 1894, 1930 = The panoramic dream : Antwerp and the world exhibitions 1885, 1894, 1930, Antwerpen: Antwerpen 93, 1993, 51-69, 61.↩
-
Vincent Viaene, "King Leopold's Imperialism", 764.↩
-
Lode Hancké, Antwerpen boven!, Boek IV 13.↩
-
Maarten Couttenier, Het museum van Tervuren (1882-1925), 93.↩
-
"Vaderlandsche feesten".↩
In de redevoering wordt de nadruk nog eens gelegd op de economische voordelen van de kolonie om waarschijnlijk het sentiment dat Congo geldverlies is tegen te gaan: “De invoer aan den bijzonderen handel is geklommen van 7 1/2 millioen in 1853, tot 22 millioen in 1897, waarvan meer dan 16 millioen in België. De uitvoer, die in 1893 slechts 5 1/2 millioen bedroeg is in 1897 tot 15 millioen geklommen, waarvan bijna 13 millioen voor België alleen. In deze is be- grepen 281,000 kilos ivoor, tegen 6,400 in 1888 en 1,557,861 kilos caontchouc tegen 19,938 in 1890.”14 De legitimeringsdrang dat Congo geld kan verdienen, zoals gezien in de wereldtentoonstellingen, werd hier verdergezet met ook weer een nadruk op het ivoor. Nog een continuïteit van de wereldtentoonstelling (in 1894 toch) was de retoriek dat de kolonisering van Congo ook een kruistocht was om de Arabisch slavenhandelaars uit te roeien in Congo. In de wereldtentoonstelling van 1894 stonden er antislavernij publicaties getoond van de strijd tegen de Arabische slavenhandel. Dit was een deel van de verdediging van Leopolds heerschappij in Congo.15 In Corty zijn redevoering verwijst hij ook naar deze ‘kruistocht’: “Deze kruistocht, opgevat en ingericht, door Uwe Majesteit, heeft zij in 't werk gesteld op 1 augusti […] Over nauwelijks twintig jaren werden de tallooze volkeren van bijna 2,500,000 vierkante kilometers oppervlakte nog door de slavernij en barbaarsche gewoonten verdund”16 . Hij geeft wel aan dat deze kruistocht door de koning is ‘ingericht’, hierbij gaat hij weer weg van het idee dat de Congo Vrijstaat ook een Belgische kolonie is. Maar in de nationale feesten van 1905 voor de 75ste verjaardag van Belgische onafhankelijk zal Congo steeds meer deel van de Belgische identiteit worden.