Inleiding

“Vlamingen komt in massa / 11 juli Sporenbetuiging / Zelfbestuur” – met deze leuze spoorde een affiche uit 1918 de Vlamingen aan om deel te nemen aan een stoet ter ere van de Guldensporenslag. De affiche werd uitgegeven door de eerste Vlaams-nationalistische partij: Het Vlaamsche Front, ook bekend als de Frontpartij. Deze politieke partij vond haar oorsprong in de Frontbeweging, die zich na de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde. Vlaamse soldaten waren in deze oorlog systematisch gediscrimineerd op basis van hun taal. Daarom streefde de Vlaamse beweging naar meer erkenning van het Nederlands in het leger en in de bredere Belgische samenleving.[1

De Guldensporenslag was een middeleeuwse veldslag die plaatsvond op 11 juli 1302 tussen het graafschap Vlaanderen en het leger van de Franse koning. Tegen alle verwachtingen in wonnen de Vlamingen de strijd. Nochtans waren ze in de minderheid en waren ze eigenlijk niet opgewassen tegen het professionele Franse leger. Hoewel het een complex conflict was, werd het doorheen de Belgische geschiedenis vaak voorgesteld als een ‘Vlaamse vrijheidsstrijd’ tegen Franse overheersing. Rond 1830 groeide de Guldensporenslag uit tot een krachtig symbool in het Belgisch collectief geheugen. Ze kreeg een prominente plaats in literatuur, zoals in het werk van Hendrik Consience, in de beeldende kunst en in schoolboeken. Ook binnen de Vlaamse Beweging kreeg 1302 een belangrijke plaats, die onder meer zichtbaar  werd in herdenkingsfeesten en stoeten.

[1] De Wever Bruno, “Het Vlaamsche Front”, Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 2023, https://encyclopedievlaamsebeweging.be/nl/het-vlaamsche-front