Het eeuwfeest 1902
In 1902 werd, ter gelegenheid van de zevenhonderste verjaardag van de Guldensporenslag, een groots eeuwfeest georganiseerd. In tal van Vlaamse steden werd de gebeurtenis uitvoerig herdacht met manifestaties, plechtigheden en feestlijkheden. Hoewel de Guldensporenslag een sleutelrol speelden binnen de opkomende Vlaamse Beweging, werd de historische gebeurtenis ook door andere ideologische groepen ingezet. Tijdens het eeuwfeest van 1902 werd ook door de socialisten betoogd: zij interpreteerde de slag tegen de Franse koning als ‘een strijd tegen de rijken’. Volgens hen waren ‘de Klauwaerts de socialisten van veertiende eeuw’ en was de Guldensporenslag in wezen een ‘klassenstrijd’. Voor de liberalen was het dan weer een strijd voor de vrijheid geweest, terwijl katholieke het interpreteerde als een strijd voor het geloof.[1] De historische gebeurtenis werd in 1902 door allerlei verschillende groepen omgevormd en toegeëigend om zo hun eigen heden te legitimeren door middel van het verleden. Volgens Tollebeek toont het eeuwfeest van 1902 dan ook: “hoe de geschiedenis kon worden gebruikt als wapenkamer, waarin iedereen het nodige kon vinden om het eigen gelijk in de eigentijdse politieke discussies kracht bij te zetten.”[2]
Een artikel van het Nieuwsblad illustreert hoe de viering op 11 juli 1902 in Borgerhout verliepen:
“Tussen 8 en 9 uur ’s ochtends luidden ononderbroken de klokken van de kerktorens van Sint-Jan en Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw, meteen daarna gevolgd door een uur beiaardmuziek vanop het gemeentehuis. Om 10 uur begon een volksstoet van ‘Vlaamsvoelende verenigingen’ die langs de kerken en pleinen van de gemeente passeerde en ook een paar keer de Turnhoutse Baan aandeed. De kinderen uit de gemeentescholen liepen verplicht mee, de meisjes volledig in het wit gekleed, toegejuicht door duizenden enthousiaste Borgerhoutenaars en vele Antwerpenaars die uit de stad kwamen afgezakt. Na de stoet speechte burgemeester Moorkens voor het gemeentehuis dat hij zelf had laten bouwen op het plein dat vele jaren later zijn naam zou krijgen. Van De Vlaamse Leeuw is in het artikel geen sprake, wel van De strijdkreet, een lied van Peter Benoit, gezongen door ‘1500 uitvoerders en begeleid door het Muziek der Vereenigde Spoorwegbedienden’.”[3]
In Kortrijk was het hoogtepunt van de vieringen de onthulling van het Groeningemonument.[4] Deze plechtigheid was hét moment waarin de Guldensporenslag letterlijk en figuurlijk een plaats kreeg in de publieke ruimte. De vieringen in Kortrijk vormen zo een treffend voorbeeld van hoe geschiedenis kan worden ingezet door ideologische groepen om een eigen verhaal te vertellen. Stoeten en herdenkingen fungeerden daarbij als krachtig medium om politieke en culturele boodschappen uit te dragen.
[1] Tollebeek Jo, “Over de herdenking van de Guldensporenslag”, Ons Erfdeel, Jaargang 45, 2002, 548.
[2] Tollebeek Jo, “Over de herdenking van de Guldensporenslag”, Ons Erfdeel, Jaargang 45, 2002, 548.
[3] Vincent, Patrick, “Van Guldensporenslag tot Vlaanderen feest: hoe 11 juli uitgroeide tot de Vlaamse feestdag”, Het Nieuwsblad, 8 juli 2023, https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20230707_96402772.
[4] https://www.dbnl.org/tekst/_ons003200201_01/_ons003200201_01_0130.php