Skip to main content
Historische Oefeningen 2

Toen en nu; een conclusie [776 woorden]

Tegenwoordig doen kinderen geen militaire groeten meer. Kinderen lopen niet meer mee in militaire parades of verkleden zich als hulpjes van de Maagd van Antwerpen. Toch is het eerder genoemde maakbaarheidsdenken nooit helemaal verdwenen uit onze samenleving, het heeft alleen andere vormen aangenomen.

Ik kom zelf uit een klein Noord-Brabants dorpje waar we op mijn basisschool altijd carnaval vierden op de laatste dag voor de carnavalsvakantie. Het was een kindvriendelijke versie van het volwassen carnaval dat op het dorpsplein altijd een paar dagen later werd gevierd. Elk jaar bevatte die vrijdag dezelfde rituelen; er was geen les, iedereen moest verkleed komen, er was een show waarbij elke klas één act stuurde van een of meerdere leerlingen, er waren altijd een aantal vaste liedjes met vaste dansjes, er waren altijd dezelfde prijzen te winnen, en er was altijd een stoet door de wijk waarbij we onze eigen wagen met grapjes erop hadden bedacht.

Dit kindercarnaval had natuurlijk niet zoveel te maken met nationalisme, maar het was wel een sociaal-cultureel status-quo bevestigend ritueel. Er was een in-group met vaste rituelen, tradities, die zij graag in stand hielden. Je kon je daaraan aanpassen, of je kon jezelf er uitdrukkelijk van distantiëren, maar daarmee distantieerde je jezelf (en je gezin) ook van de groep.

Zelf heb ik me altijd een beetje ongemakkelijk gevoeld tijdens deze dagen. Mijn moeder kwam niet uit Noord-Brabant en was geen fan van carnaval; het zuipen, schreeuwen en de barbarij, om dan vervolgens de rest van het jaar de ‘zotten’ (‘homo’s, sletten en raren’ genoemd in ons dorp) af te keuren. Mijn moeder, en ik later ook, vonden het conservatieve, katholieke gedachtegoed achter die dorpscarnaval dan ook hypocrisie. Je moest gek doen op de manier die het dorp goedkeurde en op de momenten die het dorp bepaalde. Écht jezelf zijn het hele jaar door was bijgevolg uit den boze. Wat zegt dat over zo'n gemeenschap?

Het is de meerderheid die bepaalt aan welke rituelen je moet meedoen om erbij te horen, om deel van de in-group te zijn. En dat deden ze bij mijn familie onder andere via de verder erg vrije, progressieve en atheïstische maar in naam toch katholieke basisschool waarop ik het eerste gedeelte van mijn onderwijs heb genoten. Ik neem het ze niet kwalijk.

Het is wél een concreet voorbeeld om aan te tonen dat dat burgerschapsdenken, het kind omvormen naar iemand die erbij hoort, geen vragen stelt, en de groep volgt, zeker iets is wat nog steeds via dit soort ‘leuke’ evenementen nog veel voorkomt op de scholen waar we onze kinderen laten opgroeien.1 Als zo’n evenement in Vlaanderen dan een Vlaams randje krijgt, door volksspelletjes of volksliedjes, is de link met nationalisme toch snel gemaakt. (Ik denk hierbij ook even aan de Nederlandse Koningsspelen waar mijn school graag aan meedeed, met oranje T-shirts en pro-Willem-Alexander boekjes en filmpjes inbegrepen!)



Het is om die reden dat mij, en hopelijk u nu ook, die scholen-stoet van 1905 zo fascineert. We weten er ongelooflijk weinig over. We weten niet hoe de juffers van 10 jaar, doordrenkt van de regen, tegen de huisvaders of onderwijzeressen hebben geschreeuwd over “Mijn vader zal….” En we weten niet hoe de jongens in matrozenpakken hebben gevochten om wie de kartel-drager mocht zijn. We weten niet welke kinderen er wel en niet meededen en wat voor invloed het niet meedoen aan de scholenstoet had op de sociale status van een kind. Werd je meer gepest door je klasgenoten als je moeder je niet mee liet doen aan de scholenstoet?

Dit soort zaken moeten gegarandeerd gebeurd zijn. Net zoals de Koningsspelen en kindercarnaval georganiseerd op mijn basisschool mij gevormd hebben en hebben geplaatst in een bepaalde specifieke relatie tot de gemeenschap waarin ik opgegroeide. Dit zijn allemaal rituelen dienen als momenten om onze trouw aan de gemeenschap te testen; doen we mee, of distantiëren we ons van de groep en van haar daden? Vooral bij naïeve kinderen is het makkelijk om via dit soort evenementen trouw voor de groep te kweken, die het kind op latere leeftijd in vraag zal stellen.

Waarom zou het anders zijn geweest met Antwerpse schoolkinderen en de scholenstoet? Integendeel, bij de scholenstoeten was de impact nog duidelijker zichtbaar. Stoeten zoals die van 1905 bereidden stads- en plattelandskinderen voor op militarisme, door het lopen in formatie, en nationalisme, door het militair groeten van de koning tijdens de zeer expliciet nationalistische Nationale Feesten. En ze zullen het leuk moeten hebben gevonden. Het moet dan ook 9 jaar later, in 1914, een no-brainer zijn geweest voor deze kinderen, als huisvrouwen of jonge soldaten, om alles te geven voor volk, vorst en vaderland en te helpen op wat voor manier dan ook vol passie en vreugd. Want tja, dat ‘loyalisme’ en “die vreugde”, zoals La Métropole het noemt, die is al in hun gekweekt van kinds af aan.

Disclaimer; Deze pagina heb ik geschreven op basis van de informatie uit deze webexpo en mijn eigen herinneringen aan mijn jeugd. Daarnaast heb ik mijn moeder deze tekst ook voorgelegd en zij heeft de beschreven zaken bevestigd en goedgekeurd voor publicatie.

  1. Een van de vele beschreven voorbeelden uit 2025, het jaar waarin deze expo is geschreven, is; Redactie KW (Krant West-Vlaanderen), Vrije Basisschool De Ooievaar viert carnaval met verkleedstoet en frietjes, 9 maart 2025, via https://kw.be/nieuws/samenleving/onderwijs/schoolactiviteiten/vrije-basisschool-de-ooievaar-viert-carnaval-met-verkleedstoet-en-frietjes/

Toen en nu; een conclusie