Skip to main content
Historische Oefeningen 2

De reacties [1744 woorden]

Dorheen dit artikel staan telkens duidelijke verwijzingen naar de volgende drie gebruikte bronnen. Bij alle vijf de artikelen gaat het om vrij korte krantenartikels. De voetnoten voor deze vijf artikelen zijn weggelaten, omdat er anders te vaak dezelfde voetnoten zouden komen. Op deze manier is ook de onderlinge relatie tussen de bronnen duidelijker, vooral tegenover de overige gebruikte bronnen op deze pagina:

  • 'Nationale Feesten te Antwerpen; Zondag", Handelsblad (van Antwerpen), (23 en) 24 juli 1905, 1. Raadpleegbaar via https://uurl.kbr.be/1107743
    • 'Nationale Feesten te Antwerpen; De kinderfeestmalen", Handelsblad (van Antwerpen), (23 en) 24 juli 1905, 1. Raadpleegbaar via https://uurl.kbr.be/1107743. (Ander artikel in dezelfde uitgave/krant van dezelfde dag.)
  • 'Tweede dag der Vaderlandsche Feesten te Antwerpen", Het Laatste Nieuws, 24 juli 1905, 1. Raadpleegbaar via https://uurl.kbr.be/1241615
  • 'Les Fetes Jubilaires à Anvers; Le défilé des écoles", La Métropole, 24 juli 1905, 1. Raadpleegbaar via https://uurl.kbr.be/1840303
    • 'Les Fetes Jubilaires à Anvers; Le banquet des écoles", La Métropole, 24 juli 1905, 2. Raadpleegbaar via https://uurl.kbr.be/1840303. (Ander artikel in dezelfde uitgave/krant van dezelfde dag.)

Terwijl ik de archieven aan het doorstruinen was op zoek naar foto's van de stoet, kwam ik deze vrij bizarre foto tegen. Hij is genomen tijdens een concert, wat ook een onderdeel was van de Nationale Feesten van 1905, in de Stadsfeestzaal:

c173151a67981e12c7c2dbafa7d063ac.jpg

Felixarchief Antwerpen, Stadsarchief Antwerpen, Fotoverzameling losse foto's, FOTO-OF#16611, Nationale Feestdag, Stadsfeestzaal, Antwerpen 1905, 21 juli 1905, 'De Antwerpse schooljeugd van de gemeentelijke scholen bij de plechtigheden in de stadsfeestzaal'. Geraadpleegd op 26 april 2025 via https://felixarchief.antwerpen.be/detailpagina?invnr=FOTO-OF_16611&dtnr=1224_40&dtrecordid=41863&page=1&pageSize=10&type=copy

De omschrijving maakt het niet veel beter; “De Antwerpse schooljeugd van de gemeentelijke scholen bij de plechtigheden in de stadsfeestzaal” meldt het Felixarchief. Maker is verder onbekend, maar zal waarschijnlijk een particulier fotograaf geweest zijn die dit soort foto’s verkocht als souvenir.1 

Schijnbaar waren dit soort taferelen in die tijd dus heel normaal. Ik krijg echter een akelig gevoel van deze foto en ik denk u ook. Het lijkt eerder 1939 Duitsland dan ‘beschaafd’ verzuild 1905 Antwerpen. Waarom moesten al deze scholieren een militaire groet doen in de Stadsfeestzaal? Waarom vond niemand dit raar of aanstootgevend? Dat heeft alles te maken met de militarisering van de Vlaamse jeugd in de late 19de en vroege 20e eeuw.

  1. We weten dat ene Ferdinand Claes foto's gemaakt heeft tijdens deze Nationale Feesten. Meer informatie over hem vindt u hier; Directory of Belgian Photographers, Claes, Ferdinand [1], https://fomu.atomis.be/index.php/claes-ferdinand;isaar geraadpleegd op 26 april 2025. De fotograaf van de foto uit de tekst zal waarschijnlijk op dezelfde manier zijn foto's hebben verkocht als Claes.

Er zijn een aantal factoren die verantwoordelijk zijn voor deze militarisering. De eerste factor is nationalisme, gedeeltelijk in combinatie met verzuiling. De meeste mensen leren op de middelbare school dat in België de periode rond 1900 de periode was van verzuiling, maar ook de periode van toenemend nationalisme, en flamingantisme.2 Ook in deze casus zien we dat terug. (Ik ga vanaf nu weer verder over de stoeten. Vergeef mij dat ik het concert verder laat voor wat het is. Voor de volledigheid; kinderen deden ook frequent militaire groeten bij stoeten, zoals op FOTO-PEO#3514, een foto van een Antwerpse stoet uit 1928, in het Felixarchief.3 Niet alleen bij concerten dus.)

Even ter herhaling, voor deze website zijn drie Antwerpse verslagen gebruikt van drie kranten wiens verslaggevers er ook echt bij waren; Het Laatste Nieuws voor de liberalen, het Handelsblad voor de katholieke Nederlandstalige burgerij, en La Métropole, voor de katholieke Franstalige burgerij.

Alle drie bespreken ze de kinderstoet maar kort. Ze hadden immers ook nog alle andere feestelijkheden te bespreken die plaatsvonden! HLN informeert ons dat er een speciale tribune was voor de pers naast de eretribune. Alle foto’s die bewaard zijn gebleven van deze stoet zijn ook genomen vanuit dit persvak, ongeveer schuin-rechts tegenover de huidige Gramayestraat. De foto’s zijn waarschijnlijk gemaakt door fotografen, die deze foto's in hun winkels verkochten als souvenir.4

Geen enkele besproken krant heeft echter gebruikt gemaakt van persfotografie of tekeningen, waardoor de drie artikelen bij noodzaak heel beschrijvend zijn geworden. De kranten verschillen echter sterk in hun beschrijvingen van dezelfde gebeurtenissen! Een aantal van feitelijke verschillen zijn al genoemd op de vorige pagina van dit webexpo, maar ook lijkt achter elk artikel een net iets ander sentiment te zitten.

Het Laatste Nieuws, oftewel HLN, is erg objectief. De krant beschrijft vooral: hoeveel muziekkorpsen en schoolgroepen er waren, wie welk groep leidt etc. Ze benoemt de regen nauwelijks en ook de kleding van de kinderen komt niet ter sprake. Ze benoemt wel dat op het voetpad op de Meir geen doorgang meer was omdat deze zo vol stond van de toeschouwers. Ook benoemt ze dat ‘duizenden toeschouwers’, ondanks de regen, bleven kijken.

La Métropole is een stuk melancholischer. Ze betreurt het feit dat sommige vlaggen onder hun beschermdoeken hangen, en claimt zelfs dat de optocht niet het gewenste effect had, ondanks dat de krant ook stelt dat de groepen van de scholenoptocht met gepassioneerd applaus werden ontvangen. Waarschijnlijk betreut de krant niet de kwaliteit van het publiek, maar de kwantiteit. “La pluie est une terrible chose !” huilt de krant. Daarnaast is de krant sowieso trots op de kinderen die ondanks de regen dapper marcheren en beschrijft ze uitgebreid hun kleren.

Handelsblad als laatste is het meest negatief. De krant jammert over hoe zonde het is dat alles is afgeblazen door het weer, en gebruikt ook termen als ‘doorweekt’ om de kinderen te omschrijven. Daarnaast bespreekt ze de kleding van de kinderen, maar gebruikt daarbij constant verkleinwoorden, wat La Métropole niet deed.

Dan is er echter nog het feestmaal. Handelsblad en La Métropole melden dat dat die avond ook nog plaatsvond. Alle schoolkinderen deden hier aan mee, maar allemaal op andere locaties. Dus de vrije scholen, de gemeentescholen en de provincie-scholen zaten op verschillende plekken in de stad. Allebei de artikelen beschrijven hierbij de gemoedstoestand van de kinderen, maar op verschillende manieren. 

Handelsblad meent dat de kinderen blij waren met het banket, maar dat hun vaderlandsliefde wel was gekrompen door de regen: “De vaderlandsliefde, zelfs wanneer ze door zulke regenvlagen gekoeld wordt, sluit geen eetlust uit [...]” stelt de krant en “Hoe zeer ook de regen de frischheid van kleedjes en driekleuren had weggenomen, toch was [...] de aanblik nog zeer bekoorlijk”. Handelsblad eindigt met te vermelden dat de kinderen uit de provincie het jammer vonden dat ze niet naar de dierentuin konden gaan, ondanks dat dit hun wel was beloofd.

Het verslag van La Métropole lijkt veel op dat van Handelsblad, maar is aanzienlijk positiever en vooral veel uitgebreider. Zo stelt de krant; “Loyaliteit staat niet in de weg van eetlust, en na de eerdere patriottische uitingen werden deze gastronomische festiviteiten, hoewel minder officieel, niet minder gewaardeerd, dat verzeker ik u!” Ook in de rest van het verslag blijft La Métropole termen als “blij”, “vol vreugde” en “geanimeerd” gebruiken om te laten zien dat de kinderen gelukkig zijn, niet enkel tevreden. La Métropole claimt dat de kinderen wel degelijk om kwart na vier naar de dierentuin gingen, maar geeft toe dat het bleef regenen. Voor de rest complimenteert de krant de organisatoren van de feesten voor de muziek en het eten. Als laatste krijgt La Métropole ook nog de kans om met leraren en leerlingen uit de provincie te spreken. De leraren betuigen hun verdriet niet mee te hebben kunnen lopen in de optocht, en drukken hun hoop uit dat het weer de rest van de feesten niet verpesten zal.

Merk op dat beide kranten aannemen dat aan het begin van de dag, de kinderen vol zaten van nationalisme. Ze verschillen alleen in mening over in hoeverre de kinderen dit nationalisme ook nog hadden aan het einde van de dag. Waarom werd er eigenlijk vanuit gegaan dat de kinderen aan het begin van de dag nationalisten waren? Vooral voor de vrije scholen is dat toch een rare aanname?

Dat heeft te maken met de context van de stoet. Ten eerste is het sowieso vrij logisch dat kinderen die meedoen aan een stoet die gekoppeld is aan de Nationale Feesten, akkoord gaan met het nationalisme van de stoeten. Ouders die minder nationalistisch waren, zullen hun kinderen om deze reden misschien niet mee hebben laten doen. Bedenk ook dat de stoet plaatsvond op een zondag, en dus niet onder schooltijd.

We kunnen de stoet echter binnen een nog bredere context plaatsen. Er was namelijk geen ontkomen aan nationalisme in het Belgische onderwijs rond 1900. Zo was er geen vak geschiedenis, maar enkel "Geschiedenis van België" en staat expliciet in de schoolwet van 1895, geldig in 1905, dat leraren geen enkele kans moeten laten varen om "liefde voor het vaderland en respect voor de vaderlandse instituties" in hun leerlingen te ontwikkelen.5 

Ook lezen we in het verslag van La Métropole dat meneer Cupérus de stoet afsloot samen met de gymnastiekverenigingen. Hij was gemeenteraadslid, dé gymnastiekleraar van Antwerpen én internationaal actief promotor van de gymnastiek.6 Net als veel gymnastici uit zijn tijd, koppelde hij gymnastiek aan nationalisme, in zijn geval vooral Vlaams-nationalisme. School was in die tijd namelijk een plek waar kinderen werden omgevormd tot goede burgers. Gymnastiek hielp daarbij door loyaliteit en gehoorzaamheid te promoten en gezonde en sterke lichamen te kweken, in het klaslokaal, maar ook onder bijvoorbeeld jongvolwassenen in het leger.7 Tijdens de verzuiling had in België dat gezonde kinderlichaam vervolgens een van twee specifieke functies als de kinderen waren afgestudeerd; het sterke, loyale jongenslichaam was nodig voor de dienstplicht en het sterke, loyale meisjeslichaam moest de taak van goede Belgische huisvrouw of dienstmeid op zich nemen.8 (Bedenk, voor huishoudelijke taken zijn vaak vooral sterke armen nodig, die de huisvrouw, als kind en/of als volwassene, via de gymnastiek kon kweken.)

Scholen, en dus ook al hun schoolvakken inclusief de gymles, waren dus bedoeld om kinderen voor te bereiden op een specifieke, voorbepaalde rol in de Belgische samenleving. “Kritisch denken” was niet aan te orde, in tegendeel, zelfs binnen het vak zedenleer, toen nog ‘onderwijzing der moraal en religie’ genaamd was geen plaats voor eigen gedachten. Het vak werd gegeven door een prediker (dominne/rabbi/pastoor etc.), of een leraar met toestemming van de religieuze gemeenschap. Ook bij dit vak was het doel dus om kinderen de taken en rol aan te leren die zij als volwassenen hadden te vervullen binnen hun zuil, klasse, gender én samenleving. Ruimte voor het in vraag stellen van deze rollen was er niet.9

En zo kom ik toch weer terug bij mijn foto van het begin. Het maakbaarheidsdenken, waarbij kinderen lege dozen zijn die wij met de kennis kunnen vullen die wij als samenleving belangrijk vinden, om kinderen zo op te voeden tot vaderlandslievende, brave, goed-gemanierde, ‘geciviliseerde’ burgers, zat diep geworteld in die Belgische verzuilde samenleving. De voetbalclub en de jeugdbeweging hadden hierbij gelijkaardige functies, voor volwassenen én kinderen, alleen kreeg het nationalisme hier soms een verzuild randje of werd het nationalimse verdrongen voor loyaliteit aan de zuil, dat verschilde per vereniging.10 Dat het een goede zaak was om kinderen én volwassen via deze instellingen op te voeden tot vaderlandslievende burgers, daar was iedereen het wél over eens. België was geweldig, en de eigen zuil natuurlijk ook, alleen de andere politici in de Kamer, die waren wat minder. Maar de Kamer als instituut? Dát was het prachtige resultaat van 1830! Daarom was het ook een no-brainer dat katholieke én gemeentescholen deelnamen aan de Nationale Feesten, in het nationalisme konden ze elkaar immers vinden.

  1. Hebben mensen een goede Vlaamse bron die ik voor dit onderwepr kan gebruiken??????

  2. Felixarchief, Stadsarchief Antwerpen, Fotoverzameling losse foto's, 6de Directie (Schone Kunsten, Propaganda en Toerisme), Bedrijfseenheid Stafdienst en Afdeling Protocol, FOTO-PEO#3514, Blijde intrede van prins Leopold en prinses Astrid: prinsenpaar balkon Stadhuis, scholenoptocht, muziekkorps en rolwagenpatiënten op Grote Markt., 11 mei 1928. Raadpleegbaar op 26 april 2025 via https://felixarchief.antwerpen.be/detailpagina?invnr=FOTO-PEO_3514&dtnr=1224_62&dtrecordid=127833&page=1&pageSize=10&type=copy

  3. Zie voetnoot 1 op deze pagina over Ferdinand Claes.

  4. Loi organique de l'instruction primaire 1895, artikel 6, raadpleegbaar via pagina 369 van Pasinomie 1895 oftewel https://hdl.handle.net/2027/hvd.32044056961105?urlappend=%3Bseq=369%3Bownerid=27021597765009181-383

  5. Philippe VONNARD en Gil MAYENCOURT, "Building European Fraternity Through Gymnastics: The Establishment of the Bureau Des Fédérations Européennes de Gymnastiques, 1863–1913", The International Journal of the History of Sport, 41/12, 2024, 1211-1231, 1214..

  6. Pascal Delheye, "La patrie régénérée ? Clément Lefébure, l'École normale de Gymnastique et d'Escrime de l'Armée et la percée de la gymnastique suédoise en Belgique (1885-1908)", Les Cahiers de l'INSEP, 1/1, 2003, 335-357, 338-339.

  7. footnote citation here

  8. Ibidem, artikel 4 alinea 3, en artikel 6

  9. Luc SCHOKKAERT, De Vlaamse Katholieke Jeugdbewegingen en lichamelijke opvoeding en sport in Mark D'HOKER, Roland RENSON en Jan TOLLENEER, Voor lichaam en geest : katholieken, lichamelijke opvoeding en sport in de 19de en 20ste eeuw: Leuven: Universitaire pers, 1994, 149-177, 149-151. en Roland RENSON, Corpus Alienum: Naschoolse sport in het kahtoliek onderwijs in ibidem, 99-121, 119-121. In die laatst komen ook kort staatsscholen en neutrale verenigingen ter sprake.

sa174001.jpg

Stadsarchief Antwerpen, Felixarchief, Fotoverzameling losse foto's, FOTO-GF#1074, Feesten: Nationale feestdag, Antwerpen 1905 (Handelsbeurs, Antwerpen). Gefotografeerd door Leopold Jacqmain op 21 juli 1905. Geraadpleegd op 27 april 2025 via https://felixarchief.antwerpen.be/detailpagina?invnr=FOTO-GF_1074&dtnr=1224_40&dtrecordid=7138&page=1&pageSize=10&type=copy

En zo kom ik terug bij de foto van het begin. In Antwerpen werden rond 1900 vaak historische toneelstukken opgevoerd waarin kinderen rollen speelden. Kinderen liepen ook vaak mee in parochiale processies en wanneer “de maagd van Antwerpen” zich voorstelt aan de koning tijdens de Nationale Feesten, ook dan wordt zij gevolgd door onder andere twee minderjarige hulpjes.

Dit was heel normaal. Kinderen waren kleine, onvolmaakte volwassen. De jeugd was bedoeld om het kind van een hulpeloze baby om te vormen naar een vaderlandslievende, beschaafde, wijze, volwassen burger. Daarom deden kinderen ook mee met processies, stoeten en ja, deden ze zelfs officiële militaire groeten aan het einde van concerten. Net zoals kinderen tegenwoordig meedoen aan quizzes, liet deze acties zien hoe ver het kind al was in diens ontwikkeling. “Ik ben zo trots op onze Jantje. Hij is pas zeven, maar wil nu al vanuit zichzelf heel graag meelopen in de processie! Hij zal een goede katholiek worden.” zal een moeder tegen haar vriendin gezegd hebben.

Daar zit echter ook gelijk het wrange van dit hele verhaal. Pleinen vol lachende kinderen die vaderlandslievende liedjes zingen. Bij mij komen dan vooral beelden van Maoïstisch China of Noord-Korea naar boven. Moeten we zoiets in België wel willen? Die vraag heb ik bij het volgende, en laatste kopje van deze webexpo, verder uitgewerkt.