Skip to main content
Historische Oefeningen 2

De voorbereiding

20241031_094951.jpg

Stad Antwerpen, “Brief van de stad Antwerpen aan de gemeentebesturen van de provincie Antwerpen (1905),” Historische Oefeningen 2, accessed March 17, 2025, https://histoef2.flw.uantwerpen.be/admin/items/show/1813, pagina 1.

Op 16 mei kregen alle gemeentebesturen in de provincie Antwerpen een brief van het college van bestuur en burgemeesters van de stad Antwerpen opgestuurd. Via deze brief werden ze uitgenodigd om met een deel van hun schoolgaande kinderen deel te laten nemen aan de scholenstoet van de Nationale Feesten, gehouden op zondag 23 juli 1905. Hiernaast ziet u die brief. In de brief staat echter noch iets interessants; “Sinds eenige jaren wordt het vaderlandse feest van 21 juli op een bijzondere wijze door het gemeentebestuur van Antwerpen gevierd. Dien dag wordt er een stoet ingericht met optocht van afgevaardigde van de burgerwacht, der gemeente- en vrije scholen, en van de burgerlijke maatschappij der stad.”

Blijkbaar hadden scholen in de stad Antwerpen dus een soortgelijke brief ontvangen, maar deze is niet bewaard gebleven. We zoomen even in op Jufferschool N.1, een van die scholen.

Jufferschool N.1 was deel van een uitgebreid, maar strak georganiseerd schoolsysteem, dat schematisch voor de stad Antwerpen als volgt kan worden weergegeven;

Rijk Arm
Leeftijd Mannelijk Vrouwelijk Mannelijk Vrouwelijk
Kleuters (0-8) Bewarenscholen, kindertuinen of Fröbelscholen; verschillend in onderwijsmethode, maar fungeerden verder als opvang van ieders kind.
Kinderen (8-14 jaar) Stedelijk onderwijsgericht 1 en 2 Jufferscholen N.1 en N.2 Jongensscholen (genummerd) Meisjesscholen (genummerd)
Pubers (14-18) Koninklijk Atheneum Jongensadultscholen Meisjesadultscholen
Hoger onderwijs (18+)

Universiteit, of Hoger X-school (e.g. Kunstacademie, Muziekschool etc.)

Hoger Onderwijs Gesticht voor Juffers vanaf 1907 (Al was er al langer een katholieke variant.) n.v.t. n.v.t.

Naast dit openbare systeem, bestond er ook nog een katholiek schoolsysteem. Dit tweede schoolnet werd pas echt een alternatief voor staatsonderwijs vanaf de schoolstrijd van 1879. Tijdens die strijd stichtte de katholieken een apart schoolnet naast de (in hun ogen "liberale") overheidsscholen. Inhoudelijk was er nauwelijks tot geen verschil tussen de twee schoolnetten.1 Zoals al eerder vermeld, werden openbare basisscholen en hogere scholen genummerd en/of aangeduid met de straat waarin ze lagen.2 Katholieke scholen werden ook vaak genoemd naar de straat waarin ze lagen, al werd ook vaak de naam van de parochie-heilige gebruikt. (Katholieke scholen waren vaak verbonden aan een parochie binnen de stad met een parochie-heilige.)3

Dan nog even over leeftijd. Gemeentescholen maakten in deze periode meestal geen onderscheid in jaarlagen. Dit had verschillende redenen waaronder de beperkte ruimte in de schoolgebouwen en een gebrek aan leerkrachten.4 Ondanks dat de leerplicht pas werd ingevoerd in 1914, genoten veel arme Antwerpse kinderen al wel onderwijs in 1905. Vaak ging het dan om een basisschool-opleiding om vervolgens vanaf hun 14e te gaan werken. Zogenaamde 'adultscholen' boden deeltijds opleidingen voor voornamelijk jongvolwassenen waarin de focus lag op het verbeteren van die basisvaardigheden. Adultscholen waren dus een vorm van bijscholing, en geen verdieping van de basisopleiding.5

Aan stoeten deden normaal gezien kindertuinen én basisscholen mee.6 Er is echter geen bewijs dat kindertuinen in 1905 specifiek meededen. Waarschijnlijk sloegen ze dat jaar over zodat de provinciescholen konden meedoen, maar dit is niet zeker. Middelbare scholen en hoger onderwijs lijken nooit aan stoeten te hebben meegedaan als scholen, maar hun studenten deden wel mee via eigen studentenverenigingen.7

  1. L.J.M. PHILIPPEN, Onze Scholen : Gedenkboek 1879-1929, Antwerpen, 1929, bladzijde 27: "Zoolang de Belgische schoolwetten den Roomsch-katholieken Godsdienst erkenden als basis van alle lager onderwijs en de officieele lagere scholen onder het toezicht stonden van de katholieke geestelijkheid, kon, hetgeen men toenmaals het vrij katholiek onderwijs mocht noemen, zich beperken bij de Zondagsscholen, de school der Broeders van Liefde, de Begijnenschool en de scholen van enkele kloosterlijke gemeenten. Slechts, toen in 1879 de officieele lagere scholen, scholen zonder God werden, bleek de noodzakelijkheid van naast het officieel gemeentelijk onderwijs de vrije katholieke lagere scholen op te richten [...]" Volgens de katholieken zelf zat het probleem dus niet bij taal of rekenen. Dit zien we ook terug in de verschillende schoolwetten uit deze periode, waarin telkens alleen het vak godsdienst politiek gevoelig ligt, maar niet wie taal, rekenen of geschiedenis geeft. Zie daarvoor onder andere de schoolwetten van 1879 en 1884.

  2. Zie o.a. Stedelijk Onderwijs Antwerpen, Vijf en zeventigjarig jubelfeest, 1818-1893, Antwerpen: Drukkerij Roeder, 1893. Maar ook Omroerend Erfgoed Vlaanderen gebruikt nog steeds deze logica. Zie bijvoorbeeld "Lagere Meisjesschool 4, ID 7548, https://id.erfgoed.net/ erfgoedobjecten/7548".

  3. Zie o.a. Floris PRIMS, L.J.M. PHILIPPEN, Onze Scholen : Gedenkboek 1879-1929, Antwerpen, 1929.

  4. Stad Antwerpen, 800 jaar 't Stad; Blog 14 Naar ’t school in ‘t stad: het Antwerpse onderwijs door de eeuwen heen, < https://www.antwerpenmorgen.be/nl/ projecten/800-jaar-antwerpen-2021/media/800-jaar-antwerpen-2021-blog-14-scholen >, geraadpleegd op 17 april 2025.

  5. Maurice DE VROEDE, De adultscholen in België in de 19de eeuw in BTNG-RBHC, 10, 1979, p 137-164. Geraadpleegd via https://www.canonsociaalwerk.eu/ 1845_verheffing/Adultenscholen.pdf

  6. Bewijs hiervoor zien we onder andere op FOTO-OF#2120 uit het Felixarchief, gemaakt door Hasse G. in 1894, Feestelijkheden: Nationale feestdag: Antwerpen 1894.

  7. Twee voorbeelden zijn Eigen Taal Eigen Zede en de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging (zie hun lemma's in de Digitale Encyclopedie van de Vlaamse Beweging; Lieve Gevers (2023), Lieve Gevers (1998). Eigen Taal Eigen Zeden. In: Encyclopedie van de Vlaamse beweging. 2023. https://devb.be/id/org-001665. EN Lieve Gevers / Louis Vos (2023), Lieve Gevers / Louis Vos (1998). Katholieke Vlaamse studentenbeweging. In: Encyclopedie van de Vlaamse beweging. 2023. https://devb.be/id/ter-001456.).

0421a6b894c64764351cedbc962b9927.jpg

Schoolfoto van leerjaar twee van Jufferschool N.1 Lange Leemstraat, 1894. Geraadpleegd op 8 mei 2025 via ADVN web-expo "de jufferschool" over de school; https://expo.advn.be/de-jufferschool#353403153

Met al deze kennis in het achterhoofd keren we terug naar Jufferschool N.1. Ook deze sjieke school in de Lange Leemstraat zal waarschijnlijk, zoals elk jaar, richting het einde van het schooljaar 1904-1905 een brief van de gemeente Antwerpen hebben ontvangen met de vraag of de school dit jaar opnieuw aan de stoet wilde meedoen. Je zou misschien verwachten dat deze burgerlijke, Franse 'juffers' niet mee zouden lopen in een stoet waarin ook de arme kinderen van de 'kosteloze scholen' meeliepen, maar niets is minder waar. Elk jaar deden, tenminste volgens de gemeente, vrijwel alle Antwerpse scholen mee aan ‘de scholenstoet’ van de Nationale Feesten; de gemeentescholen, maar ook de katholieke vrije scholen, de arme ‘meisjesscholen’ en dus de burgerlijke ‘écoles des demoiselles' of Jufferscholen. Iedereen was erbij, elk jaar weer.8

Een optocht betekende echter voorbereiding, ook vanuit de school zelf. De gemeente gaf hierin heldere instructies. De school diende te zorgen voor:

  • dezelfde kledij voor alle meelopende studenten: feestelijk en inclusief 'ambtsgordel'.
  • minimaal één onderwijzer(es)
  • minimaal één “karteldrager” met vaandel
    • Het vaandel bevatte vaak een logo of schild en de naam van de kindertuin, school en/of gemeente.

Voor zover bekend hebben de scholieren die meeliepen niet geschreven over hun ervaringen. Ook zijn in het algemeen de archieven van de stadsscholen niet bewaard gebleven, behalve hier en daar een losse schoolfoto of bouwplan.9 Ik denk echter dat we op basis van de info die we wel hebben ons toch enkele scenario’s kunnen inbeelden. De juffrouw leest de brief voor en gelijk ontstaat er geroezemoes. Wie mag er meelopen? Wie komt er op de 1e rij terecht? Wie op de 2e of de 3e rij? Natuurlijk mag de populaire en gemene dochter van Monsieur Dupont weer kartel-draagster zijn, zoals altijd. Ze geeft ons niet eens een kans! De juf vraagt nog of iemand anders het dit jaar wil doen, maar niemand durft haar hand op te steken.

Dit is een verzonnen scenario natuurlijk, maar is het zo onwaarschijnlijk? We mogen niet vergeten dat het hier gaat om circa achtjarige kleine meisjes uit de rijke, burgerlijke, Franstalige gezinnen van Antwerpen. Zij moeten deze conversaties toch gevoerd hebben op het schoolplein, thuis aan de keukentafel, of terwijl ze samen met een vriendin terugliepen van school naar huis?

Het verklaart waarom de meisjes aan de stoet meededen. Het was voor hen niet alleen een feestelijk moment om het schooljaar mee af te sluiten, maar ook het moment waarop je gezien werd door de hele stad, fier wandelend met het vaandel van jouw school. Voor de juffers gold dat ze daarbij ook nog eens non-verbaal konden opscheppen dat niet alleen hun ouders het geld hadden om hen naar een Jufferschool te sturen, maar de karteldraagster toonde ook nog eens aan dat zij binnen die school zoveel sociale macht had dat ze de rol van karteldraagster kon bemachtigen.

  1. Zie het citaat uit de eerste alinea.

  2. ADVN, 'De Jufferschool', webexpo, < https://expo.advn.be/ de-jufferschool#353403958 >, geraadpleegd op 17 april 2025.

De voorbereiding