De historische stoet

Van alle festiviteiten die op 19 en 20 juli georganiseerd werden is de historische stoet die op zondag 20 en zondag 27 juli door de straten van Antwerpen trok hét evenement waarover de meeste informatie is terug te vinden. In de eerste plaats is een uitgebreid relaas over de stoet terug te vinden in eerder genoemd programmaboekje. Daarin werd eerst een overzicht gegeven van de volgorde, de onderwerpen en de namen van de deelnemende maatschappijen en vervolgens werd voor de negen verschillende onderdelen van de stoet een historische context en de beschrijving van de praalwagens die bij elk onderdeel hoorden gegeven. Het thema van de stoet was, zoals te verwachten bij een feestweekend om de Vrijmaking van de Schelde te vieren, de Schelde, en meer specifiek de scheepvaart over de rivier door de eeuwen heen.

De beschrijving van een stoet lezen is al interessant, maar het is nog interessanter om die stoet effectief te zien. In tegenstelling tot de lichtstoet die in de avond van 19 juli 1913 door de Antwerpse straten trok is er geen ontwerptekening te vinden in het archief van de Kamer van Koophandel. Daarom ben ik op zoek gegaan in het archief van de stad Antwerpen, ook gekend als het Felixarchief. Hierin vond ik ook geen ontwerptekeningen, maar misschien zelfs nog iets beter: een video met de titel ‘Cortège commémoratif à l’occasion du Cinquantenaire de la libération de l’Escaut’. In deze zwart-witvideo is in 3 minuten en 14 seconden een groot deel van de stoet te zien. In combinatie met de beschrijving in het programmaboekje kunnen de verschillende praalwagens geïdentificeerd worden. In totaal zijn 11 verschillende praalwagens te zien: de ‘Drakkar’ en de ‘afgebrande burcht’ uit het eerste deel, ‘Oorsprong van Antwerpen’; de allegorische wagen ‘Handel en Scheepvaart’ en het ‘Venetiaansche galei’ uit het tweede deel, ‘De Italianen te Antwerpen’; de wagen uit het derde deel ‘De Engelschen te Antwerpen’; ‘Het Hansaverbond te Antwerpen uit het vierde deel, ‘Antwerpen als Hanzestad, de Duitschers te Antwerpen’; het ‘Karveel’ uit deel vijf, ‘Antwerpen ten toppunt van zijn bloei in de XVIe eeuw’; ‘De Hoop’ en het ‘Antwerps Verval’ uit deel zes, ‘’Antwerpen’s verval’; oorlogsbrigantijn ‘Louis’ uit deel zeven, De verlossing’ en tot slot de wagen ‘Vrijmaking’ uit deel acht, ‘De Vrijmaking der Schelde in 1863’.           

Tussen de verschillende praalwagens zijn verschillende figuranten te herkennen die ook deel uitmaken van de stoet. Al deze wagens en figuranten werden per onderdeel van de stoet voorzien door een andere culturele maatschappij uit Antwerpen die in de negentiende eeuw actief waren, zoals bijvoorbeeld de ‘Toon- en Toneelvereeniging Vondel’, de ‘Toon-, Tooneel-, en Letterkundige Maatschappij De Verbroedering’ en de ‘Koninlijke Fanfare De Vriendenkring’.

Naast de stoet is op de video ook het publiek te zien dat naar de stoet kwam kijken. In de eerste plaats langsheen het parcours waarlangs de stoet passeerde en in tweede instantie aan het einde van de video wanneer een grote volksmassa wordt getoond. Dit laatste beeld is vermoedelijk op de Meirplaats gemaakt aangezien op de video twee tribunes te zien zijn, waarvan een voor de koning die de stoet bijwoonde, die beiden vermeld worden in een brief van het organisatiecomité aan de burgemeester en het schepencollege op 18/6/1913. De grote opkomst en de grote aandacht die doorheen het organisatieproces en in het officiële programma van de feesten aan de historische stoet gewijd werd zijn opvallend, maar zijn te verklaren aan de hand van de negentiende- en vroeg-twintigste-eeuwse traditie van historische stoeten in België.

In de negentiende eeuw was onder invloed van de Romantische kunststroming een nieuw verlangen naar het verleden ontstaan om het bestaan van de jonge Belgische natiestaat te bestendigen en haar bevolking aan de staat te binden. Omdat de rijke traditie van processies, Blijde Intreden en Ommegangen reeds had aangetoond dat dergelijke optochten geschikte media waren om ideeën te verspreiden in de publieke opinie, leidde dat verlangen naar het verleden tot het ontstaan van een nieuw historisch-cultureel medium: de historische stoet. Vanuit het streven naar bestendiging van de Belgische staat werden dergelijke historische optochten vaak gebruikt om een bepaald identiteitsbeeld te vormen. Snel verspreidde deze nieuwe vorm van historische cultuur zich doorheen België en werden er ook historische stoeten georganiseerd waarvan de focus niet op de nationale, maar eerder op een lokale of regionale identiteit lag.1       

De ‘Scheepvaart op de Schelde door de eeuwen heen’ is een goed voorbeeld van een dergelijke stoet waar de lokale identiteit benadrukt werd. Om te begrijpen welk identiteitsbeeld uitgedragen werd in de stoet op 19 en 20 juli 1913 is het echter noodzakelijk om eerst te kijken waarom de Antwerpse Kamer van Koophandel het op zich nam om een historische stoet en andere feestelijkheden ter herinnering van de Vrijmaking van de Schelde te organiseren.

  1. Zie: Depelchin, "De geschiedenis in handeling gebragt", 136-138; Depelchin, "De ontwerper als redacteur van een nationale geschiedenis", 47; Verschaffel, "Aanschouwelijke Middeleeuwen", 132-134; Verschaffel, "Het verleden tot weinig herleid", 316-317.