Brief van het Schepencollege van Antwerpen aan Frans Van Kuyck

Hoog geachte heer schepen,

Dat het personeel van de beide bureelen van den burgerlijke stand aan hunnen onvergeetelijken onmiddelijken overste die gedurende de 13 jaar van zijn aldaar uitgeoefend schepenschap al het mogelijke gedaan heeft om aan elk lid voldoening te schenken waar het kon, zich met harte aanlsuit bij de openbare hulde hem zoo plechtig betoond, behoeft nauwelijks gezegd. 

Het komt dien aangenamen plicht thans vervullen nadat u hooggeachte heer schepen wederom uw eigen zelf zijt geworden, door u zijne nederige doch welgemeende wenschen toe te richten alzoo blijken gevende van de liefde en de toegeneegenheid die het u toedraagt. 

Het heeft gedacht dat in de chaos der menigvuldige en luidruchtige kreten waarvan de ontroering zich van u moest meester maken, de zijne zouden verloren gegaan zijn en daarom komt het vandaag aan uwe voeten deze enkele bloemen neerleggen getuigende van zijne onwankelbare trouw tot u. 

Het wenst u, hooggeachte heer schepen, nog vele, ja. Zeer vele jaren toe, tot heil van mevrouw uwe dierbare echtgenoten uwe geachte kinderen en familie en van gansch de Antwerpse bevolking