Brief van de brandweer van Antwerpen voor Frans Van Kuyck als blijk van dank voor zijn bewezen diensten [1912]

Hooggeachte Heer Schepene,

Het onderhoorige personneel der stedelijke Brandweer sluit zich met genoegen aan, om hulde te brengen aan zijnen hooggeachten weldoener en beschermer.
Het verschaft ons eene ware vreugde, ook een eenvoudigen blijk van erkentelijkheid en hoogachting te mogen voegen, bij dezen, hem door ganschden kunstwereld aangeboden.
Wij, Brandweermannen, waardeeren U, geachte Heer Schepene, wij dragen U in onze nederige harten, uit dankbaarheid voor al wat U deed, vooral voor ons stoffelijk en zedelijk welzijn; alsook voor de verheffing der Antwerpsche Brandweer tot eene der eersten van het vasteland.
Wij konden niet, betere gelegenheid vinden, geachte Heer Schapene, om U onzen oprechten dank aan te bieden, voor de laatste schikkingen door U genomen ten voordeele va ons korps; dan een dag waarop gansch de bevolking uwer geboortestad zich vereenigd, om U haren dank in welverdiende hulde te brengen.
De Antwerpsche bevolking die U heden viert, bewonderd U als kunstenaar, en wij bewonderen U daarenboven ook als onzen beheerder, die altijd, op eene zoo versuftige wijze het aangename bij het nuttige kon voegen.
Onzen vurigsten wensch is, Duurbare weldoener, van U nog zeer vele jaren in de schoot van het College te houden en onder Uw vaderlijk beheer te dienen, in onze stad, waar alles, ja, zlefs het uitzicht, uwen diepen indruk draagt. 

Aanvaard, Hooggeachte Heer Schepene, onze zeer beleefde groeten
De leden van het onderhoorige personneel der 
Stedelijke Brandweer