Logistieke samenwerking en middelen
Een derde domein waarin het leger onmisbaar bleek bij Antwerpse stoeten en festiviteiten was dat van de logistieke ondersteuning. De organisatie van grootschalige optochten vroeg niet alleen om ordehandhaving en symbolische plechtigheid, maar vereiste ook zeer concrete middelen: paarden voor praalwagens en ruiters, muzikanten voor optredens en manschappen voor de uitvoering van praktische taken. In dit opzicht functioneerde het leger als een cruciale steunpilaar voor de stad en voor culturele verenigingen.
De Vasteavondstoet van 1891 biedt een duidelijk voorbeeld.1 De Bond Antwerpen Vooruit (BAV), een apolitieke organisatie die toerisme en stedelijke uitstraling promootte, richtte zich eerst tot het leger met de vraag om paarden in te zetten. Toen de vraag nog niet werdt beantwoordt, wendde de BAV zich tot de stedelijke overheid. dit toont de verbinding en afhankelijkheid van de culturele organisatie met het leger en de beschikbaarheid van militaire middelen. Logistieke steun was dus geen vanzelfsprekendheid: de timing, de agenda van het garnizoen en de praktische omstandigheden bepaalden of een verzoek kon worden ingewilligd.
Een ander geval is de Lichtstoet van 1898. Hier vroeg de maatschappij De Vrije Scheldezonen of paarden van het leger, nog beschikbaar zijn voor organisaties. omdat in de pers geen mededeling was verschenen over hun beschikbaarheid.2 Het toontdat ook culturele verenigingen buiten het stadsbestuur rechtstreeks contact zochten met militaire instanties. Het leger werd niet enkel aangesproken voor ceremoniële optredens of voor officiële stedelijke feesten, maar fungeerde steeds vaker als praktische hulpbron bij uiteenlopende publieke evenementen.
Deze voorbeelden tonen dat de logistieke rol van het leger zich uitstrekte voorbij de strikte relatie tussen stad en legerleiding. Zowel stedelijke besturen als particuliere verenigingen zagen in de militaire middelen een noodzakelijke voorwaarde voor de uitvoering van hun plannen. Daardoor werd het garnizoen een sleutelfiguur in de stedelijke feestcultuur: niet alleen symbool van orde en discipline, maar ook leverancier van de middelen die zulke optochten überhaupt mogelijk maakten.