Wanneer stad en leger samenkomen

Antwerpen stond in de negentiende en vroege twintigste eeuw bekend als de “stad der stoeten”.1 De Belgische historicus Martin Schoups gebruikte die term om te benadrukken hoedat vanaf de jaren 1880 optochten, manifestaties en feeststoeten een groote plaats in het stedelijke leven hadden gekregen. waardoor ze niet alleen culturele hoogtepunten werden, maar ook momenten waarop de stad zich als gemeenschap en als centrum van cultuur en handel kon presenteren.

Een zin uit de voorbereidingen van de Consciencefeesten van 1912 toont aan dat er frequente samenwerkingen waren tussen het leger en de culturele organisaties: “Ook aan het leger zal gevraagd worden of hun medewerking kan worden verkregen wat betreft het lenen van paarden, zoals eerder gebeurde bij het Landjuweel, de Van Dyckstoet en nog onlangs bij de stoet in Borgerhout.2 Deze passage toont de voorgaande samenwerkingen niet uitzonderlijk waren. met voorbeelden van samenwerking maar ook van mislukte onderhandelingen. Zo konden grote evenementen, zoals de Van Dyckstoet en het Landjuweel van 1892, rekenen op militaire hulp, terwijl bij de Rederijkersstoet van 1875 een verzoek om paarden en manschappen juist resoluut werd afgewezen door het ministerie van Oorlog.

Het leger had een interessante functie in de "stad der stoeten". Militairen verschenen niet enkel als ceremoniële deelnemers, maar werden ook ingeschakeld voor logistieke taken en, soms, gevraagd voor ordehandhaving. Hun aanwezigheid gaf de stoeten grandeur en plechtigheid, maar confronteerde de stad ook met juridische beperkingen en afhankelijkheid van middelen. De vraag dringt zich dan ook op: hoe verliep de samenwerking en communicatie tussen civiele autoriteiten en het leger, en wat leert dit ons over de verhouding tussen militaire en stedelijke macht in Antwerpen in deze periode?

Om dit te onderzoeken worden in deze exhibit verschillende casussen besproken. Zij belichten samen vier centrale domeinen: (A) ordehandhaving en juridische beperkingen, (B) de ceremoniële rol van het leger, (C) logistieke samenwerking en middelen, en (D) financiële en contractuele relaties. Zo wordt zichtbaar hoe het leger in Antwerpen, van de Rederijkersstoet van 1875 tot de Consciencefeesten van 1912, een onmisbare maar ook omstreden partner werd in de organisatie van stedelijke feestcultuur.

  1. Martin Schoups, Meesters van de straat, 229

  2. historische oefeningen 2, < https://histoef2.flw.uantwerpen.be/admin/items/show/543 >, geraadpleegd op 18 augustus 2025.