Samenkomst van woensdag 7 augustus [1907]
Title
Samenkomst van woensdag 7 augustus [1907]
Contributor
Date
1907/08/07
Description
Het stuk beschrijft een samenkomst tussen het kabinet van de Burgemeester en een vertegenwoordiger van het dokwerkersverbond: Chapelle. Er wordt uitgebreid besproken hoe de burgemeester moet optreden en dat hij de situatie van de arbeiders moet inzien.
Subject
Creator
Kabinet Burgemeester Antwerpen
Language
Nederlands
Source
Transcription
Loonstrijd aan de Haven
Samenkomst met de werklieden
Heden, woensdag, om 12/4 uur, verschenen in mijn kabinet de heer Cools, lid van den gemeenteraad, die eene afvaardiging dokwerkers binnenleidde. De heer schepen Verspreeuwen woonde de zitting bij.
De Heer Chapelle, leider van den Dokwerkersverbond, vertoogde dat de loonen in onze haven veel lager ijn dan die in andere havens, onder andere Hamburg, Rotterdam en London. Nochtans zijn bij ons de lonen met 50 ct en 1 Frank verlaagd en de uern met 160 vermeerderd.
Onze vraag is: herziening van de loonen. Daartoe hadden wij in maart een brief gezonden naar de Fédération Maritime, ten einde een onderhoud met haar te hebben en op vreedzame wijze tot ons doel te komen. Zij heeft ons een voorbeeld van beleefdheid gegeven met onzen brief zonder antwoord te laten.
De steuedores zijn door hunne handelingen voor veel in de zaak: veronderstelt dat een 's nachts gewerkt wordt met een aantal ploegen, waarvoor aan de reeders een bepaalde aantal mannen werden opgegeven.
Bij uitzondreing zijn die ploegen volledig en bij sommige ontbreekt er 20 man. De steuedores steken het geld op zak en de dokarbeiders kan maar harder werken.
De looper der kantoren moeten kunnen nazien of de ploegen volledig zijn. Om redenen die gij gissen kunt wordt er zoo zelden een tekort vastgesteld! Het is gebeurd dat er op 80 man 45 tekort waren. Is het dan verwonderlijk dat de werklieden morren?
Nu spreekt gij van de Beroepesvereeniging van een scheidsrechterlijken weg. Welnu, in 9 gevallen op de 10 worden de werklieden buiten gekegeld en krijgen de bazen gelijk.
Spreker betreurt dat er door het magistraat geen gevolg werd gegeven aan de vraag om gehoor der dokwerkers, waarop burgemeester antwoordt dat hij gaarne het verzoek toestaat wanneer het eene vraag om bemiddeling geldt tusschen beide partijen. Hier was er alleen sprak van eene ontvangst der werklieden door het College van Burgemeester en schepenen en de vraag was overigens tijdens de afwezigheid des Burgemeesters binnengekomen. Het College had toen geantwoord, zich niet te kunnen mengelen in geschillen die tusschen bazen en werklieden op rijzen, maar de Burgemester oordeelt, wanneer zijne bemiddeling tusschen beide partijen gewenscht wordt op de aanmerking van den heer Chappel dat de trambe diende toch ontvangen werden antwoord de burgemeester dat er toen ook vraag was om bemiddeling was, voor beide partijen.
Spreker verklaart vrede te nemen met dezen uitleg, maar de toestand is nu zoo: we worden afgescheept. Tot wie moeten wij ons wenden? Het werk der graanstouwers is het zwaartse en ongezondste van heel de haven. Beneden in die massagraan staan 2 werklieden. Elke mand die naar boven gaat bevat 500 kgr. De mand gaat omhoog, komt seffens beneden, en binst dien tijd moeten de twee mannen een ander mand gevuld hebben. Zoo gaat dat den heelen dag. Ge kunt u voorstellen hoe het in dat ruim stuift en hoe ongezond dat werk is.
De toestand is kritisch. De werklieden weigeren te werken aan 5 frank. Vandaag weigeren de Engelsche onderkruipers te werken. De Kapiteins der hoogbooten zullen staken, want zij weigeren de onderkruipers te vervoeren. De koolmannen gaan weigeren kolen te brengen. Zoo er geen verandering komt, staken de buildragers er nog bij en zoo komt alles in waeling.
Spreker weidt verder uit over de aanwerving der Engelschen, die hij uitschot heet, en over de wijze waarop 'Beroepsvereeniging" leden maakt. 99% ervan, zoo zegt hij, maak er staat op, zijn lid tegen hun goesting. Maar hoe gebeurt dat? Ze werken bij een eenen of anderen stouwer die hun een boeksken in de handen duuwt. "Hier ge moet dat eens tekenen". De meesten weten zelfs niet tot wat zij zich verbonden hebben met zo lid te worden.
Ten slotte vraagt hij dat de Heer Burgemeester zou optreden als tusschenpersoon tussschen de Fédération Martime en de werklieden.
De heer Burgemeester verklaart hierin toe te stemmen en belooft dadelijk een schrijver in dien zin aan de Fédération Maritime te zullen richten,
Gezien
De burgemeester
Samenkomst met de werklieden
Heden, woensdag, om 12/4 uur, verschenen in mijn kabinet de heer Cools, lid van den gemeenteraad, die eene afvaardiging dokwerkers binnenleidde. De heer schepen Verspreeuwen woonde de zitting bij.
De Heer Chapelle, leider van den Dokwerkersverbond, vertoogde dat de loonen in onze haven veel lager ijn dan die in andere havens, onder andere Hamburg, Rotterdam en London. Nochtans zijn bij ons de lonen met 50 ct en 1 Frank verlaagd en de uern met 160 vermeerderd.
Onze vraag is: herziening van de loonen. Daartoe hadden wij in maart een brief gezonden naar de Fédération Maritime, ten einde een onderhoud met haar te hebben en op vreedzame wijze tot ons doel te komen. Zij heeft ons een voorbeeld van beleefdheid gegeven met onzen brief zonder antwoord te laten.
De steuedores zijn door hunne handelingen voor veel in de zaak: veronderstelt dat een 's nachts gewerkt wordt met een aantal ploegen, waarvoor aan de reeders een bepaalde aantal mannen werden opgegeven.
Bij uitzondreing zijn die ploegen volledig en bij sommige ontbreekt er 20 man. De steuedores steken het geld op zak en de dokarbeiders kan maar harder werken.
De looper der kantoren moeten kunnen nazien of de ploegen volledig zijn. Om redenen die gij gissen kunt wordt er zoo zelden een tekort vastgesteld! Het is gebeurd dat er op 80 man 45 tekort waren. Is het dan verwonderlijk dat de werklieden morren?
Nu spreekt gij van de Beroepesvereeniging van een scheidsrechterlijken weg. Welnu, in 9 gevallen op de 10 worden de werklieden buiten gekegeld en krijgen de bazen gelijk.
Spreker betreurt dat er door het magistraat geen gevolg werd gegeven aan de vraag om gehoor der dokwerkers, waarop burgemeester antwoordt dat hij gaarne het verzoek toestaat wanneer het eene vraag om bemiddeling geldt tusschen beide partijen. Hier was er alleen sprak van eene ontvangst der werklieden door het College van Burgemeester en schepenen en de vraag was overigens tijdens de afwezigheid des Burgemeesters binnengekomen. Het College had toen geantwoord, zich niet te kunnen mengelen in geschillen die tusschen bazen en werklieden op rijzen, maar de Burgemester oordeelt, wanneer zijne bemiddeling tusschen beide partijen gewenscht wordt op de aanmerking van den heer Chappel dat de trambe diende toch ontvangen werden antwoord de burgemeester dat er toen ook vraag was om bemiddeling was, voor beide partijen.
Spreker verklaart vrede te nemen met dezen uitleg, maar de toestand is nu zoo: we worden afgescheept. Tot wie moeten wij ons wenden? Het werk der graanstouwers is het zwaartse en ongezondste van heel de haven. Beneden in die massagraan staan 2 werklieden. Elke mand die naar boven gaat bevat 500 kgr. De mand gaat omhoog, komt seffens beneden, en binst dien tijd moeten de twee mannen een ander mand gevuld hebben. Zoo gaat dat den heelen dag. Ge kunt u voorstellen hoe het in dat ruim stuift en hoe ongezond dat werk is.
De toestand is kritisch. De werklieden weigeren te werken aan 5 frank. Vandaag weigeren de Engelsche onderkruipers te werken. De Kapiteins der hoogbooten zullen staken, want zij weigeren de onderkruipers te vervoeren. De koolmannen gaan weigeren kolen te brengen. Zoo er geen verandering komt, staken de buildragers er nog bij en zoo komt alles in waeling.
Spreker weidt verder uit over de aanwerving der Engelschen, die hij uitschot heet, en over de wijze waarop 'Beroepsvereeniging" leden maakt. 99% ervan, zoo zegt hij, maak er staat op, zijn lid tegen hun goesting. Maar hoe gebeurt dat? Ze werken bij een eenen of anderen stouwer die hun een boeksken in de handen duuwt. "Hier ge moet dat eens tekenen". De meesten weten zelfs niet tot wat zij zich verbonden hebben met zo lid te worden.
Ten slotte vraagt hij dat de Heer Burgemeester zou optreden als tusschenpersoon tussschen de Fédération Martime en de werklieden.
De heer Burgemeester verklaart hierin toe te stemmen en belooft dadelijk een schrijver in dien zin aan de Fédération Maritime te zullen richten,
Gezien
De burgemeester
Citation
Kabinet Burgemeester Antwerpen, “Samenkomst van woensdag 7 augustus [1907],” Historische Oefeningen 2, accessed May 6, 2025, https://histoef2.flw.uantwerpen.be/items/show/2868.