De volksraadpleging door de ogen van Karel Resseler

‘K denk juist omgekeerd als de heeren actieven het zullen verhoopt hebben.’[1]

Essay over de uitroeping van de zelfstandigheid van Vlaanderen en de daaropvolgende Volksraadpleging van 3 februari 1918 in Antwerpen vanuit de ogen van Karel Resseler.

 

 

Intro

Een onafhankelijk Vlaanderen is de grote droom van mening Vlaams-Nationalist. Tegenwoordig wordt er nog altijd een discours gevoerd voor een zelfstandig Vlaanderen. Maar wat misschien onbekender is, is dat deze droom al eens werkelijkheid is geworden. Iets meer dan honderd jaar geleden, op 22 december 1917, werd in Brussel door de toenmalige ‘Raad van Vlaanderen’ de zelfstandigheid van Vlaanderen uitgeroepen. Hoezeer het de huidige Vlaams-nationalisten ook spijt, het heeft niet mogen zijn. Maar deze tekst wil meer vertellen over wat de reactie op deze beslissingen was. Een van de duidelijkste reacties was de volksraadpleging in Antwerpen en meer bepaald het enorme tegenprotest. Deze vormden dan ook de doodsteek voor de ‘Eerste Raad van Vlaanderen’

In de bredere context van de ‘Groote oorlog’ is 3 februari 1918 en de daaropvolgende dagen voor veel mensen een nietszeggende datum. En misschien wel te verwachten ook want in de weinige tijd dat we op Vlaamse scholen spenderen aan de Eerste Wereldoorlog, wordt er vooral geleerd over de meer fysieke kant van de oorlog: het Von Schlieffenplan, de overrompeling van de forten, de onderwaterzetting van de IJzervlakte, het gebruik van mosterdgas, een paar bekende veldslagen zoals die van Passendale en de Slag aan de Somme om dan uiteindelijk de oorlog te beëindigen in een trein in een bos in Noord-Frankrijk.[2] Natuurlijk is dit kort door de bocht maar wel de gemiddelde kennis die een niet-historicus heeft over de Eerste Wereldoorlog. 3 februari 1918 past niet goed in dit lijstje. Toch zou deze datum veel moeten zeggen over de politieke sfeer die er op dat moment in 1918 in Vlaanderen heerste. 3 februari is de reactie op wat er op 22 december het vorige jaar werd ingestemd door de ‘Raad van Vlaanderen’; de zelfstandigheid van Vlaanderen. Dit artikel gaat vooral over de tegenreactie op deze stemming, de volksraadpleging van Antwerpen.

Belangrijke termen

Er zijn een paar termen in dit artikel die essentieel zijn voor het begrijpen van de bredere context rond bezet België in de Eerste Wereldoorlog en later te begrijpen. Om te beginnen zijn deze termen, kort door de bocht, op te delen in twee categorieën: Pro-België, of voor het bestaan van de staat België en Pro-Vlaams of voor de onafhankelijkheid van Vlaanderen en daarmee ook de afscheuring van Wallonië. Varianten van deze stromingen zijn ook aanwezig in Wallonië, maar zijn niet het onderwerp van deze paper. Tot de eerste categorie behoren voornamelijk Belgicisten (zit in de naam) vaak maar niet altijd van liberale strekking. De andere categorie omvat de Flaminganten, die voorstander zijn van de vervlaamsing van het onderwijs, van de overheid, ... Maar hun hoofddoel is de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Een activist is een flamingant die met de hulp van de Duitsers deze onafhankelijkheidsdroom wilde waar maken.[3] Dit was niet zo absurd om te bedenken want de Duitsers hadden wel degelijk een soort Germaniseringsplan voor de bezette gebieden tijdens de oorlog. Dit werd door Duits hoogcommando met de term ‘Flamenpolitik’ aangeduid met als betekenis dat alles wat de Duitse bezetter in de twee wereldoorlogen heeft gedaan in het teken stond om de Vlamingen meer bondgenoot dan bezet volk te maken. Aanvankelijk gebeurde dit om praktische redenen, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het veeleer een ideologische dimensie, ingegeven door het streven naar een verenigd Germaans volk.

Over de uitgave van het dagboek

Voor dit artikel zal ik gebruik maken van een primaire bron, of wel een bron van de tijd komt waarover ik schrijf, gebruiken. Dit is het dagboek van Karel Resseler geschreven van 1 augustus 1914 tot 30 juni 1919. Bij de start van dit dagboek was Karel 14 jaar oud maar toch is het opmerkelijk hoe hij op zo’n jonge leeftijd, zich afzijdig opstelt tegenover de verschillende fracties die op dat moment in Antwerpen aanwezig zijn. Hij noemt zichzelf ‘passief Vlaamsgezind’[4] wat zoveel betekent als niet activistisch Vlaamsgezind. En kan door zijn ‘neutrale’ positie beide fracties van de volksraadpleging kritisch bekijken.

Het dagboek werd uitgegeven in 2008 door Walter Resseler, kleinzoon van Karel, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen onder leiding van Matthijs de Ridder.

Victor Resseler en de wandelknapen

De vader van Karel, Victor Resseler heeft een grote rol gespeeld in de vorming van de jonge Karel tot echte journalist. Vader Victor was dan ook vanaf de geboorte van zijn zoon een drukker en had zijn drukkerij in het huis waar Karel opgroeide.[5] Victor is altijd politiek actief geweest en schreef in anarchistische tijdschriften[6] waarna hij zich later als sociaalvoelend liberaal opstelde met aandacht voor het behoud van milieu en landschap als belangrijke onderwerpen in zijn latere artikels.[7]

Vanaf jonge leeftijd werkte de jonge Karel al in de drukkerij mee met zijn vader waar dat hij de anti-activistische standpunten van zijn vader kon lezen in de artikels die van de persen rolden. Ook leerde zijn vader hem waarschijnlijk de kneepjes van de journalistiek want Karel blijkt voor zijn leeftijd een zeer scherp en pienter schrijver. Tot slot wordt in het dagboek van Karel vaak verwezen naar ‘De Wandelknapen’, een jeugdbeweging die Victor Resseler in 1912 oprichtte om de stadsjeugd de natuur in en rondom Antwerpen te leren waarderen.[8] Vanaf zijn elfde nam Karel deel aan de activiteiten van de Wandelknapen. Daarnaast gaf hij het maandblad ‘Vlaamsch leven; Wandelknapenblad’ uit waarin hij verslagen van de uitstappen schreef.

Vlaamse onafhankelijkheid?

De Eerste Raad van Vlaanderen werd opgericht op 4 februari 1917 en werd door de Duitsers ontbonden januari 1918.[9] Het doel van deze Raad was een soort Vlaams parlement te onderhouden waarbinnen de uiteenlopende activistische strekkingen zich konden bundelen. De Duitsers zagen het nut van dit initiatief in het grotere plaatje van de Flamenpolitik en ondersteunde deze dan ook zonder veel autonomie aan de raad te geven. Op 22 december 1917 riep de Raad de Vlaamse onafhankelijkheid uit maar zonder de erkenning van de bezetter werd dit weinig serieus genomen. Door deze onverwachte beslissing werd het Duits hoogcommando er zich van bewust dat de Raad meer kwaad dan goed kon doen voor de verdere, al dan niet geheime onderhandelingen die de Duitsers op dat moment aan het voeren waren met de koning Albert I.  Duitsland zag bovendien meer heil in een annexatie van Vlaanderen, waarbij een onafhankelijk Vlaanderen uiteraard geen optie was.[10] Onder druk van de Duitse overheid in Brussel werd de verwoording al snel veranderd naar ‘zelfstandigheid’ van Vlaanderen.

De volksraadpleging en verantwoording bronnen

De volksraadplegingen waren een soort legitimatiekanaal om de Raad en hun beslissingen meer ruggengraat te geven. Ze werden in vele grote Vlaamse steden georganiseerd met als doel om de bevolking deze legitimatie van dichtbij te laten zien. Het stemproces verliep echter niet als een echte democratische stemming, maar eerder als een ‘vote of confidence’ waarbij de goedkeuring gebeurde via acclamatie.[11] De lijst van afgevaardigden stond al sinds vroeg 1917 vast, en er werd niet bevraagd óf de bevolking de zelfstandigheid wilde doorvoeren. Men ging er simpelweg van uit dat een grote meerderheid van de steden zich openlijk achter de activistische Raad zou scharen, zodat de stemming via acclamatie de nodige schijn van brede steun kon geven. Door de vorm die de volksraadplegingen aannam, namelijk via acclamatie, werd het heel gemakkelijk om de resultaten in het voordeel van de activisten te tekenen. Dit is ook iets wat Karel al ziet aankomen in zijn dagboek.[12] De volgende dagen na de ‘stemming’ werd er in activistische kranten en via Duits propaganda een heel ander beeld geschapen over hoeveel mensen er eigenlijk echt waren, waarbij ze de opkomst van het tegenprotest minimaliseren of zelfs stellen dat ‘De tegenbetoging verwaarloosbaar was.’[13]

Deze grote opkomst werd verkeerdelijk ingeschat door de bezettingsoverheid in Brussel door hun groot vertrouwen in het Duitse-en activistische propaganda-apparaat. Ook al was de bezetter geen voorstander van een onafhankelijker Vlaanderen, toch deden de Duitsers hun best om de volksraadplegingen in de verschillende grote steden in Vlaanderen zo goed mogelijk te beschermen van anti-activistische betogingen. In Antwerpen gaat het dan ook mis omdat de Antwerpenaren, meer dan andere stedelingen in Vlaanderen, zich intens verzetten tegen het idee van een afsplitsing van Vlaanderen. Zij waren meer Belgicistisch met een Vlaams randje dan echt flamingantisch. De overgrote meerderheid van de bevolking was fel gekant tegen de volksraadplegingen die plaatsvonden in de Antwerpse Handelsbeurs, waar de Raad van Vlaanderen samen met afgevaardigden stemde over verschillende thema’s rond Vlaamse onafhankelijkheid. Zij beschouwden deze bijeenkomsten als volledig in strijd met hun overtuigingen.  Vandaar dat de dagen vóór 3 februari er al menigtes op straat kwamen uit protest tegen de volksraadpleging die zouden plaatsvinden. Een van de theorieën zou zijn dat Antwerpenaren en dan vooral de burgerij van Antwerpen handelaars waren die geen nood hadden aan nog meer instabiele tijden. Volgens deze redenering is dan ook te concluderen dat een van de redenen voor het felle orangisme van de Antwerpse bevolking in 1830.

De verdere tekst is grotendeels gebaseerd op de tekst die Karel Resseler pas na de feiten schreef over de gebeurtenissen. Matthijs de Ridder, die in het uitgegeven dagboek het voorwoord schreef, merkt op dat Resseler’s dagboek vaak drastisch afwijkt van de meer activistische primaire bronnen van die tijd.  Volgens de Ridder is dit het gevolg van Resseler’s ‘passieve Vlaamsgezindheid’[14] waarmee hij ‘op een redelijk objectieve wijze kijkt naar de feiten door zijn houding die hem in staat stelt om zowel de activistische als de Belgisch-nationale pers te relativeren.’[15]

De Raad had moeite om als functionerende Vlaamse Regering op te treden. Voor de Duitse overheid werd dit een probleem: de schijn van brede steun voor de Raad begon in Vlaanderen weg te vallen, wat een slechte indruk gaf bij het Hauptkommission. Om dat beeld te herstellen, werd vanuit Duitse hoek aangedrongen op het organiseren van verkiezingen.

Op 22 december 1917 stelde August Borms voor om die verkiezingen meteen te laten gaan over de onafhankelijkheid van Vlaanderen. De Raad keurde dit voorstel goed, maar de Duitse bezetter verwierp het. Zij zagen wel het nut van verkiezingen, maar vervingen het woord ‘onafhankelijkheid’ door ‘zelfstandigheid’ om meer controle te behouden. De verkiezingen zouden plaatsvinden via acclamatie - een algemene goedkeuring zonder stemming – waarbij zowel de kandidatenlijst voor de Raad als de verklaring van zelfstandigheid zouden worden goedgekeurd.[16]

De volksraadplegingen die in verschillende grote steden van Vlaanderen werden gehouden en dus ook in Antwerpen, werden enorm slecht ontvangen door de lokale bevolking. Vooral in Antwerpen werden de rellen voor en na de volksraadpleging vele keren groter dan de opkomst van activisten voor de stemming. Karel schrijft hierover ‘k denk juist omgekeerd als de heeren actieven het zullen verhoopt hebben.’[17]

 

3 februari uit dagboek

Er zijn enorm veel bronnen terug te vinden over de volksraadpleging op 3 februari 1918 en de voorafgaande betogingen. Deze bronnen zijn vooral opgesteld door de rijkswacht en de politie die op dat moment onder Duits bevel stonden. Deze bronnen zijn dus zeer gekleurd en zullen de acties van de activistische Vlamingen en de Duitse bezetter eerder verdedigen en het protest hiertegen proberen te minimaliseren. Daarom is het belangrijk om voorzichtig om te gaan met deze bronnen.

Volgens Karel was het volk, en vooral de burgerij, al ‘danig opgewonden’.[18] Dat blijkt ook uit een klachtbriefje van een buurtagent van de zesde wijk.[19] Dat de opkomst grotendeels uit burgerij bestond, kan te verklaren zijn aan het feit dat de ‘gewone werkende mens’ geen tijd had om een hele dag te gaan protesteren. Ook hadden zij hier minder baat bij dan de burgerij die, zoals eerder vermeldt, waarschijnlijk in deze affaire enkel instabiele markten zagen. Ook na 3 februari duurde het nog enkele dagen voor de rust terugkeerde. Resseler vermeldt dat hij opschriften ziet staan als ‘A bas les Flam. Boches’, wat zoveel betekent als ‘weg met de Vlaamse Duitsers’. Diezelfde liepen patrouilles door de straten, ‘bajonet op ’t geweer’.[20] Er werden pamfletten verspreid waarop de ‘Raad van Vlaanderen’ de zelfstandigheid van Vlaanderen uitriep. Ook al werd de verwoording afgezwakt naar ‘zelfstandigheid van Vlaanderen’ en   niet van volledige onafhankelijkheid, ging de Raad toch stevig in tegen de wensen van het ‘Hauptkommission’[21] Om die reden werd de Raad midden 1918 ontbonden. De Duitsers schafte ook kort na de volksraadpleging in Antwerpen de stemmingen af om meer gezichtsverlies te vermeiden.

Karel schrijft dat er op de Meir vlak voor het beursgebouw enorme rellen uitbreken vanaf 11 uur. Er worden Vlaamse vlaggen verscheurd en de activistische stoet trekt met veel muziek de beurs binnen om te gaan stemmen. Ondertussen zingt de menigte buiten afwisselend de Brabançonne en de Marseillaise gezongen.[22] Resseler schrijft zo over de gebeurtenissen dat er een bijna tastbaar beeld van de chaos te voorschrijn komt. Met alle emotionele ladingen van dien.

Rond half twee ’s middags komen de activisten uit de beurs naar buiten en worden door een kleine Duitse macht gescheiden gehouden van het tegenprotest. Er zijn enkele gewonden, vooral door de manier waarop de Duitse soldaten omspringen met hun bajonetten. Dit leidt tot meer geweld dat pas veel later op de dag weg ebt.

Eigentijdse beeld

De volksraadpleging van 1918 in Antwerpen, die het resultaat was van politieke en sociale spanningen na de Eerste Wereldoorlog, blijft vandaag de dag actueel om verschillende redenen. Ten eerste biedt deze raadpleging een waardevol historisch inzicht in de democratische evolutie van België. Het was een belangrijke stap in het proces van politieke participatie en burgerrechten, waarbij de bevolking werd geraadpleegd over cruciale politieke keuzes. In de context van 1918 weerspiegelde het de nasleep van de oorlog en de wens om nieuwe politieke structuren op te bouwen.

Tegenwoordig blijft de vraag naar volksraadplegingen relevant, aangezien moderne democratieën steeds vaker afwegingen maken tussen representatieve en directe democratie. De volksraadpleging van 1918 herinnert ons aan het belang van burgerbetrokkenheid bij besluitvorming, een principe dat vandaag de dag in veel landen wordt nageleefd via referenda en andere vormen van directe democratie.

Bovendien toont de volksraadpleging hoe lokale contexten invloed kunnen hebben op bredere politieke processen. De manier waarop Antwerpen in 1918 zijn mening gaf over de politieke toekomst van België, biedt nog steeds waardevolle lessen over de rol van lokale gemeenschappen in nationale vraagstukken. Kortom, de volksraadpleging van 1918 blijft een relevant voorbeeld van de dynamiek tussen lokale en nationale politiek.

Conclusie

De gebeurtenissen van 3 februari 1918 in Antwerpen vormen een uniek venster op de politieke spanningen in Vlaanderen tijdens de laatste fase van de Eerste Wereldoorlog. Wat begon als een poging van de Raad van Vlaanderen om via volksraadplegingen legitimiteit te verkrijgen voor haar activistische project, eindigde in een massaal burgerlijk verzet dat het failliet van de activistische strategie blootlegde. De casus van Antwerpen toont aan dat de bevolking, in tegenstelling tot de verwachtingen van de Raad en hun Duitse bondgenoten, de zogenaamde ‘zelfstandigheid’ van Vlaanderen niet omarmde maar juist openlijk verwierp.

De bredere politieke context, waarin de Duitse overheid intern verdeeld was over de toekomst van Vlaanderen, speelt eveneens een bepalende rol. Terwijl sommige elementen binnen het Duitse bestuur droomden van annexatie, werd elders ingezet op beperkte autonomie om politieke rust te bewaren. De verwarring en inconsistentie in het beleid weerspiegelden zich ook in het gebrek aan echte steun voor de Raad van Vlaanderen. Uiteindelijk zou de volksraadpleging in Antwerpen bijdragen aan het snelle verval van deze Raad, die door de Duitsers kort daarna werd ontbonden.

De volksraadpleging van 3 februari 1918 kan dan ook gezien worden als het kantelpunt waarop de activistische beweging definitief haar morele en maatschappelijke legitimiteit verloor. Niet alleen toont dit aan hoe belangrijk publieke opinie is, zelfs in bezette gebieden, maar ook hoe kwetsbaar politieke experimenten zijn wanneer ze geen wortels hebben in de bredere bevolking. De stem van de straat bleek uiteindelijk krachtiger dan de opgelegde stem van bovenaf.

 

 

 

[1] Dagboek van een bezette stad: Antwerpen onder de pinhelmen 1914-1918, Karel Resseler (red. Resseler Walter en Suykerbuyk Benoit), 2008, p 72 (Karel praat hier over dat de ‘heeren actieven’ een enorme opkomst hadden verwacht van sympathisanten voor de Vlaamse zelfstandigheid maar dit helemaal verkeerd hadden ingeschat wat met de enorme betogingen die de volksraadpleging in Antwerpen met zich mee bracht.)

[2] De treinwagon stond dicht bij het westelijk front nabij Rethondes in het bos van Compiègne. Een kopie van de wagon staat er nog steeds na dat de wehrmacht de wagon kort na het binnenvallen van Frankrijk vernietigde.

[3] In wereldoorlog II worden activisten veelal collaborateurs genoemd, deze distinctie werd door Lode Wils in zijn boek over Flamenpolitik verder uitgedacht: ‘Onverfranst, onverduitst?’ Flamenpolitik, activisme, frontbeweging, Lode Wils, Kalmthout: Pelckmans, 2014

[4] Dagboek van een bezette stad: Antwerpen onder de pinhelmen 1914-1918, Karel Resseler (red. Resseler Walter en Suykerbuyk Benoit), 2008, p 54

[5] Eerst in de Lange nieuwstraat 36 en na de verhuizing in augustus 1916 in Prinsstraat 20

[6] ‘Ontwaking’ in 1896 en later ‘Onze Vlagge’ van 1897-99

[7] Dagboek van een bezette stad, Karel Resseler (red. Resseler Walter en Suykerbuyk Benoit), 2008, p 115

[8] Dagboek, Karel Resseler (red.Resseler Walter en Suykerbuyk Benoit), 2008, p 121

[9] 4 februari 1917 ontbonden begin januari 1918

[10] “Dat wij de macht in handen krijgen in Brussel”. De Raad van Vlaanderen (1917-1918) als parlementair experiment, De Maeyer Bram, Masterscriptie UA 2017

[11] Acclamatie is een vorm van goedkeuring waarbij geen officiële stemming plaatsvindt. Men gaat ervan uit dat er algemene instemming is, en het voorstel wordt aangenomen zonder individuele stemmen te tellen. Dit gebeurt vaak via toejuiching of stilzwijgende goedkeuring, wat het minder democratisch maakt dan een formele stemming.

[12] Dagboek, K. Resseler (red. Resseler W. Suykerbuyk B.), 2008, p 75

[13] Karel Angermille, De lotgevallen van een activist, Gent, Liberaal Archief, 2002. p 164-165

[14] Dagboek, Karel Resseler (red. Resseler Walter en Suykerbuyk Benoit), 2008, p 54

[15] ibidem, p 12

[16] Raad van Vlaanderen (1917-1918) | De digitale Encyclopedie van de Vlaamse beweging

[17] Dagboek, Karel Resseler (red. Resseler Walter en Suykerbuyk Benoit), 2008, p 72

[18] Dagboek, K. Resseler (red. Resseler W. Suykerbuyk B.), 2008, p 72

[19] Felixarchief: map betogingen 731 #2382, verslag Commissariaat van Politie 6de wijk Nr. 133

[20] Dagboek, K. Resseler (red. Resseler W. Suykerbuyk B.), 2008, p 72

[21] Hauptkommission is de commissie vanwaar vanuit Duitsland de ‘Flamenpolitik’ werd uitgevoerd.

[22] Dagboek, K. Resseler (red. Resseler W. Suykerbuyk B.), 2008, p 75